2 Componenten in het pc-werkstation installeren en vervangen
De systeemkaart vervangen
OPMERKING
De nieuwe systeemkaart installeren
1
Klik de beugel vast op de nieuwe systeemkaart.
2
Zorg ervoor dat de achterste connectoren op een lijn liggen met de
corresponderende sockets en laat de systeemkaart op de geleidepennen
zakken. Let daarbij op de juiste positie van de haken. Controleer of de
achterste connectoren goed aansluiten op de sockets.
3
Breng de schroef aan om de systeemkaart vast te zetten.
4
Bevestig de systeemkaart aan het chassis
met behulp van de vier schroeven naast de
processorsockets.
5
Schuif de via de voorkant bereikbare
houder terug op zijn plaats (zie pagina 39).
6
Sluit de kabels van de systeemkaart
opnieuw aan.
7
Plaats het hoofdgeheugen, de processor en
eventuele uitbreidingskaarten op de
nieuwe systeemkaart (volgens de
procedure die elders in dit hoofdstuk
wordt beschreven).
8
Breng de afdekplaat en het frontpaneel van het pc-werkstation weer aan
(zie pagina 23). Sluit de netsnoeren en netwerk- en modemkabels weer
aan.
9
Na installatie van de systeemkaart moet u het BIOS bijwerken.
Voor de meest recente BIOS-versie voor uw pc en instructies voor het
bijwerken van het BIOS kunt u terecht op:
www.hp.com/go/kayaksupport.
50