Song1–8,
Selecteer dit als u de balans tussen alle partijen (kanalen) van de song wilt aanpassen.
Song9–16
3
Gebruik de TAB [L][R]-knoppen om de pagina te selecteren voor de te bewerken
parameters.
Volume/Pan
Voor het aanpassen van het volume en de panregeling voor elke partij en het wijzigen
van de voice.
Filter
Hiermee past u de harmonische inhoud (resonantie) en de helderheid van het geluid
aan voor elke partij.
Effect
Hiermee selecteert u het effecttype en past u de diepte ervan aan voor elke partij.
EQ
Hiermee past u de equalizerparameters aan om de klank of klankkleur van het geluid te
corrigeren voor elke partij.
In tegenstelling tot de andere pagina's, selecteert u de volgende pagina's als u de
toonkarakteristieken van het hele geluid wilt aanpassen (behalve audio die wordt ontvangen via
de functie USB Audio Player en audio-ingangsgeluiden) van dit instrument.
Master EQ
Voor het selecteren van het type Master EQ (Equalizer) dat op het hele geluid wordt
toegepast. De gerelateerde parameters kunnen worden bewerkt en opgeslagen als uw
originele Master EQ-type.
Voor het in- en uitschakelen van de Master Compressor en het selecteren van het type.
Compressor
De gerelateerde parameters kunnen worden bewerkt en opgeslagen als uw originele
Master Compressor-type.
Raadpleeg de Reference Manual op de website voor meer informatie.
4
Gebruik de cursorknoppen [
gebruik vervolgens de [1
te stellen.
5
Sla uw Mixer-instellingen op.
De Panel-instellingen opslaan:
Registreer ze in het registratiegeheugen (pagina 81).
De External-instellingen opslaan:
Registreer ze voor de microfooninstellingen in het registratiegeheugen (pagina 81).
Voor de audio-ingangsgeluiden is het opslaan niet nodig. Deze instellingen blijven behouden,
ook als het instrument wordt uitgeschakeld.
De Style-instellingen opslaan:
Sla deze op als een stijlbestand in het User-station of op een USB-flashstation. Als u de
instellingen later wilt terughalen, selecteert u het stijlbestand dat u hier hebt opgeslagen.
1.
Roep de bedieningsdisplay op.
[MENU] → cursorknoppen [
2.
Druk op een van de [5
weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de bestaande stijl wilt bewerken of een
nieuwe stijl wilt maken.
3.
Druk op de [EXIT]-knop om het venster Rec Channel te sluiten.
4.
Druk op een van de [8
roepen en sla de instellingen vervolgens op als een stijlbestand (pagina 26).
U
][
D
][L][R] om een parameter te selecteren en
UD
] – [8
UD
]-knoppen om de waarde voor elke partij in
U
][
D
][L][R] Style Creator, [ENTER]
UD
]/[6
UD
]-knoppen (Current Style) wanneer het bericht is
UD
] (Save)-knoppen om de display voor stijlselectie op te
DGX-670 Gebruikershandleiding
8
89