5.11.2
Instelling exactegdruk
De druk op de exacteg wordt geregeld door trek-
veren, die worden gespannen met een hendel
(Afb. 65/1).
De hendel steunt op de instelplaat tegen een pen
(Afb. 65/2). Hoe hoger de pen in de gatenplaat is
gestoken, des te hoger is de druk op de exacteg.
Stel de exactegdruk zodanig in, dat alle zaad-
rijen gelijkmatig met aarde zijn bedekt.
5.11.3
Hydr. exactegdrukverstelling (optioneel)
Bij de overgang van normale grond naar zware grond en omgekeerd kan de exactegdruk tijdens het
werk aan de grond worden aangepast.
De exactegdruk wordt centraal versteld met een hydraulische cilinder die samen met de hydr. zaai-
schijfdrukverstelling (optioneel) op regeleenheid 2 is aangesloten.
Bij verhoging van de zaaischijfdruk neemt de exactegdruk automatisch toe en wordt de zaaihoeveel-
heid vergroot (alleen met hydr. afstandsinstelling zaaihoeveelheid).
Twee pennen (Afb. 66/1) in een stelsegment
dienen als aanslag voor de hendel (Afb. 66/2).
Wordt de regeleenheid 2 onder druk gezet, dan
neemt de exactegdruk toe en ligt de hendel te-
gen de bovenste pen. In de zweefstand ligt de
hendel tegen de onderste pen.
Stel de exactegdruk zodanig in, dat alle zaad-
rijen gelijkmatig met aarde zijn bedekt.
AD-P 03 Super BAG0061-2 10.14
Afb. 65
Afb. 66
Opbouw en werking
75