5.5.7
Instelling zaaihoeveelheid met maximale dosering (optioneel)
Bij machines met maximale dosering wordt elke
doseerrol door een elektromotor (Afb. 46/1) aan-
gedreven. De machines hebben geen Vario-
aandrijving.
Het aandrijftoerental van de doseerrol wordt
bepaald door de werksnelheid en de ingestelde
hoeveelheid zaaigoed. Een tastwiel berekent de
werksnelheid en de afgelegde afstand.
De zaaihoeveelheid wordt ingesteld op de
boordcomputer. Elke instelling moet met een
afdraaiproef worden gecontroleerd.
Voordosering zaaigoed
AD-P 03 Super BAG0061-2 10.14
Afb. 46
Het aandrijftoerental van de doseerrol
•
bepaalt de zaaihoeveelheid. Naarmate het aandrijftoerental van
de elektromotor hoger is, des te groter is de uit te zaaien hoe-
veelheid.
•
past zich automatisch aan de werksnelheid aan.
De machine heeft een kettingaandrijving waarmee het instelbereik
van de zaaihoeveelheid kan worden veranderd.
Voor het veranderen van instelbereik moeten de kettingwielen in de
kettingaandrijving worden omgezet [zie hoofdstuk "Kettingwielen in de
kettingaandrijving omzetten (vakwerkplaats)", op pagina 175].
Er kan gebruik worden gemaakt van de zaaigoed-voordosering, die
het zaaigoed in de luchtstroom doseert voordat de machine in bewe-
ging komt.
De looptijd van de voordosering is instelbaar.
De zaaigoed-voordosering wordt gebruikt, als er in hoeken moet wor-
den gezaaid die alleen kunnen worden bereikt door de machine ach-
teruit te rijden.
Opbouw en werking
63