Onderhoud – Indien nodig
Afb. 102
8.9.6 Maatregelen bij langere stillegging van de machine
8.9.6.1
Maatregelen vóór de stillegging
98
5.
Toestand van de bougie controleren, evt. reinigen.
6.
Bij sterke verbrandingsresten of afgebrande elektroden de
bougie vernieuwen
op pagina 82.
7.
Elektrode-afstand van de bougie controleren met een voeler-
maat, evt. afstand instellen.
ð Gewenste waarde: 0,7 - 0,8 mm (0.028 - 0.032 in)
8.
Bougie voorzichtig met de hand erin draaien.
9.
Gebruikte bougie nadat het afdichtvlak erop rust met de bou-
giesleutel nog een 1/8 tot 1/4 omdraaiing vastdraaien.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade door losse bougie!
–
Bougie altijd goed erin schroeven.
GEVAAR!
Levensgevaar door exploderend gas-lucht-
mengsel!
–
Benzine niet op hete constructiedelen terecht
laten komen.
–
Roken en open vuur zijn verboden.
–
Warmtebronnen, vonken en andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt houden.
–
Benzine niet morsen.
Als de machine voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen,
bijv. in de winterperiode, dan moeten de volgende werkzaamheden
worden uitgevoerd.
De conserveringsmaatregelen beschermen al naargelang de
weersomstandigheden gedurende ca. 6 tot 12 maanden.
1.
Machine beveiligd neerzetten
beveiligd neerzetten" op pagina 63.
2.
Motor minstens 30 minuten laten afkoelen.
3.
Machine grondig reinigen.
4.
Motorolie verversen
op pagina 81.
5.
Brandstofstabilisator gebruiken of brandstoftank volledig
leegmaken.
DFP7
Ä Hoofdstuk 8.8.1 „Bougie vervangen"
Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine
Ä Hoofdstuk 8.7.1 „Motorolie verversen"