Onderhoud – Indien nodig
Afb. 106
Machine afzetten
8.9.6.2
Maatregelen vóór de herinbedrijfstelling
100
3.
1
4.
2
5.
6.
B-834-0035
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
Met de omkeerstarter de motor enkele malen doordraaien
om de olie in de cilinder te verdelen.
Bougie weer erin schroeven.
De startkabel langzaam uittrekken tot er weerstand merkbaar
is en de uitrichtmarkering (2) van de starterschijf is uitgericht
met de bovenste boring (1).
ð Kleppen worden gesloten, opdat er geen vocht in de
cilinder belandt.
Startkabel langzaam terugleiden.
Machine bij het stilleggen parkeren in een overdekte, droge,
goed geventileerde ruimte.
Lackschade herstellen, blanke plaatsen grondig conserveren
met roestwerend middel.
Motor beschermen tegen stof en vocht.
Machine met geconserveerde motor kenmerken door het
aanbrengen van een informatiebord.
GEVAAR!
Levensgevaar door exploderend gas-lucht-
mengsel!
–
Benzine niet op hete constructiedelen terecht
laten komen.
–
Roken en open vuur zijn verboden.
–
Warmtebronnen, vonken en andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt houden.
–
Benzine niet morsen.
Oliepeilen controleren.
Slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid.
Indien de brandstof vóór het stilleggen werd afgelaten,
brandstoftank vullen.
Machine grondig reinigen.
Motor na het starten 15 tot 30 minuten met stationair toe-
rental laten lopen.
DFP7