Afb. 41
Afb. 42
Afb. 43
7.
Koord met startergreep zo ver uittrekken, tot er weerstand
merkbaar is.
8.
Startergreep terugbrengen in uitgangspositie.
9.
Koord met startergreep snel en krachtig doortrekken.
10.
Startergreep met de hand terugbrengen in uitgangsstand.
11.
Als de motor bij de eerste startpoging niet aanslaat, startpo-
ging herhalen.
12.
Starterklep bij lopende motor geleidelijk openen.
13.
Motor stationair ca. 1 tot 2 minuten warm laten lopen.
B-HON-0038
14.
Als de motor na ca. 3 tot 5 seconden weer afslaat:
n
Starterklep nogmaals sluiten.
n
Startproces herhalen.
Als de omkeerstarter bij gesloten starterklep vaak
wordt geactiveerd, dan zuigt de motor te veel
brandstof aan en kan hij niet aanslaan
stuk 9.3 „Uitkomst bij verzopen motor"
op pagina 105.
DFP7
Bediening – Motor starten
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door ongecontro-
leerde machinebeweging!
–
Lopende machine altijd vasthouden.
–
Lopende machine altijd observeren.
AANWIJZING!
Startkabel kan scheuren!
–
Startkabel niet tot aan de aanslag
trekken.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Motor vóór het begin van het werk korte
tijd warm laten lopen. Motor niet direct
onder vollast laten draaien.
Ä Hoofd-
59