7
Van start
Als u de hoortoestellen in uw oor geplaatst hebt, kunt u ze inschakelen.
De hoortoestellen starten altijd in programma 1, met een vooraf ingesteld volume.
7.1
Aan-en uitzetten
1. Sluit de batterijlade. Het hoortoestel start in programma 1 (één).
2. Open de batterijlade om het hoortoestel uit te schakelen. Gebruik uw
vingernagel om hem open te trekken.
7.1.1 SmartStart
Zet uw toestel pas aan als u het in het oor hebt geplaatst. Als u ze liever voor
plaatsing al aan wilt zetten, kan uw audicien de functie SmartStart activeren.
SmartStart vertraagt de inschakeltijd van uw hoortoestellen. Zo heeft u meer
tijd om ze in te doen nadat u de batterijlade heeft gesloten. U hoort gedurende
de opstarttijd iedere seconde een toon (5 keer of 10 keer)
7.2
De batterij plaatsen/vervangen
1. Open de batterijlade helemaal met uw vingernagel. Verwijder de oude
batterij. Gebruik een magneet om de batterij makkelijk uit de lade te
halen.
2. Neem de nieuwe batterij (zie pagina 2 voor informatie over het juiste
batterijtype voor uw hoortoestel) en verwijder de sticker.
3. Wacht twee minuten voordat u de batterij in het hoortoestel plaatst,
zo activeert u deze.
12
Aan
Uit
etc.
1
4
2
4. Plaats de nieuwe batterij (let op de +pool; deze bevindt zich aan de bovenzijde). Let op: plaats de
batterij altijd in de lade, nooit direct in het hoortoestel.
5. Sluit de batterijlade voorzichtig.
i
1. Gebruik altijd nieuwe zink-luchtbatterijen die nog minimaal een jaar houdbaar zijn.
2. Verwijder de batterijen als u de hoortoestellen lange tijd niet draagt, om schade door corrode-
rende batterijen te voorkomen.
3. Schakel 's nachts het hoortoestel uit en open de batterijlade volledig. Zo kunt u vocht laten
verdampen waardoor u de levensduur van de batterij verlengt.
4. Verliest uw hoortoestel vaak de verbinding met uw ReSound draadloze accessoires? Neemt u
dan contact op met uw hoorspecialist om te kijken of u de juiste batterijen gebruikt.
i
WAARSCHUWING: batterijen bevatten gevaarlijke substanties. U moet ze daarom zorgvuldig als
klein chemisch afval wegwerpen, in het belang van uw veiligheid en het milieu. Houd batterijen ook
buiten bereik van huisdieren, kinderen en mensen met een beperking.
7.3
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is, geeft het hoortoestel geluiden minder sterk door. Uw hoortoestel speelt nu een
melodietje dat zich iedere 15 minuten herhaalt, totdat het toestel zich automatisch uitschakelt. Als u geen
waarschuwing wilt horen als de batterij bijna leeg is, kan uw hoorspecialist deze melding uitschakelen.
i
OPMERKING: zorg dat u altijd reservebatterijen op voorraad hebt.
13