6.2 Trillingsdemping
Als er trillingsdempers worden gebruikt, moeten deze onder de
fundering worden geïnstalleerd.
Trillingsdempers
Afb. 10 Pomp op trillingsdempers
6.3 Opstelling buitenshuis
Bij installatie in de buitenlucht, adviseren wij de motor te voorzien
van een regenkap. Wij adviseren u tevens een van de aftapgaten
in de motorflens te openen.
6.4 Hete oppervlakken
Waarschuwing
Wanneer hete vloeistoffen worden verpompt, dan
dient men ervoor te zorgen dat personen niet per
ongeluk in contact kunnen komen met hete opper-
vlakken.
Afb.
11
toont welke onderdelen van de pomp net zo heet worden
als de verpompte vloeistof.
Afb. 11 Hete oppervlakken van een CRT pomp
6.5 Aandraaimomenten
In de tabel worden de aanbevolen aandraaimomenten weergege-
ven voor bouten in basislichaam en flenzen.
Basislichaam
CRT
[Nm]
2, 4
40
8, 16
50
Pompkop
Pompmantel
Basislichaam
Flens
[Nm]
50-60
60-70
6.6 Flenskrachten en aandraaimomenten
Als niet alle belastingen de maximale waarde bereiken zoals ver-
meld in onderstaande tabellen, dan mag één van deze waarden
de standaardlimiet overschrijden. Neem contact op met Grundfos
voor meer informatie.
Afb. 12 Flenskrachten en aandraaimomenten
Y-richting: Inlaat/uitlaat
Z-richting: Richting van kamerboom
X-richting: 90 ° van inlaat/uitlaat
Krachten
Flens,
Kracht,
DN
CRT
Z-richting
[mm]
[N]
32
2, 4
760
50
8, 16
1350
Aandraaimomenten
Aandraai-
Flens,
CR, CRI,
moment,
DN
CRN
Z-richting
[mm]
[Nm]
32
2, 4
820
50
15, 20
100
Kracht,
Kracht,
X-richting
Y-richting
[N]
[N]
1170
780
1650
1500
Aandraai-
Aandraai-
moment,
moment,
X-richting
Y-richting
[Nm]
[Nm]
970
1220
1150
1400
87