Inbedrijfstelling
15
16
- Schakel de ontsteking uit. Wipschakelaar (16) op "0".
- Zet de drukregelaar (4) op maximale druk (zie beneden)
en sluit de reinigingsmiddelklep (20).
- Zet het pistool open en schakel de hoofdschakelaar (15)
in.
De hogedrukpomp drukt nu de lucht uit de leidingen, na
korte tijd vormt zich de hogedrukstraal en de werkdruk
wordt snel bereikt.
Wanneer het systeem ontlucht moet worden (apparaat
ratelt) het pistool meermaals openen en sluiten.
OPGELET
Na langere stilstand de hogedrukstraal niet meteen op het te
reinigen object richten omdat het in het apparaat bevindende
restwater verkleurd kan zijn.
Drukinstelling
Met de drukregelklep (4) direct aan de
pompkop kan de werkdruk worden ingesteld.
Het toestel is van een totaal-stop-systeem voorzien.
Als het pistool langer dan 20 sekonden gesloten blijft , wordt de
het apparaat automatisch uitgeschakeld, na 20 minuten volgt de
veiligheidsuitschakeling en moet het apparaat met de
hoofdschakelaar opnieuw gestart worden. Als het pistool
opnieuw wordt geopend, wordt ook het toestel automatisch
opnieuw gestart indien de hoofdschakelaar ingeschakeld is.
14
Inbedrijfstelling
17
20
18
19
4
naar links:
min.
naar rechts:
max.