6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
Compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp moet
■
worden uitgerust met een regelkaart met minimaal
de softwareversie zoals aangegeven op pagina 9.
De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstar-
ten weergegeven op het display (indien van toepas-
sing) van de warmtepomp.
SMO 20 moet kant-en-klaar zijn aangesloten.
■
Het klimaatsysteem moet worden gevuld met water
■
en worden ontlucht.
Inbedrijfstelling met NIBE
lucht/water-warmtepomp
NIBE F2015/F2020/F2025
Volg de instructies in de Installatie- en onderhouds-
■
handleiding voor de warmtepomp, hoofdstuk "Inbe-
drijfstelling en inregeling" - "Opstarten en inspectie".
NIBE F2016/F2026/F2030/F2040/F2300
Volg de instructies in de Installatiehandleiding voor
■
de warmtepomp, hoofdstuk "Inbedrijfstelling en in-
regeling" - "Opstarten en inspectie".
SMO 20
1. Schakel de warmtepomp in.
2. Vermogen SMO 20.
3. Volg de startgids op het display op SMO 20 of start
de startgids in menu 5.7.
Inbedrijfstelling met alleen
bijverwarming
Bij de eerste start volgt u de startgids, daarna de lijst
hieronder.
1. Ga naar menu 4.2 bedrijfsstand.
2. Markeer "add. heat only" met de selectieknop en
druk vervolgens op OK.
3. Ga terug naar het hoofdmenu met een druk op
Terug.
LET OP!
Bij inbedrijfstelling zonder NIBE lucht/water-
warmtepomp wordt er mogelijk een alarmcom-
municatiefout weergegeven op het display.
Het alarm wordt gereset als de betreffende
warmtepomp wordt gedeactiveerd in menu
5.2.2 ("geïnstalleerde warmtepomp").
Controleer de wisselklep
1. Activeer "AA2-K1 (QN10)" in menu 5.6.
2. Controleer of de wisselklep opengaat of -staat voor
warmtapwaterproductie.
3. Deactiveer "AA2-K1 (QN10)" in menu 5.6.
SMO 20
Controleer AUX-aansluiting
Zo controleert u eventuele functies die zijn aangesloten
op de AUX-aansluiting:
1. Activeer "AA2-X4" in menu 5.6.
2. Controleer de gewenste werking.
3. Deactiveer "AA2-X4" in menu 5.6.
Koelstand
Als de installatie een NIBE lucht/water-warmtepomp
heeft die koeling kan produceren (bijvoorbeeld NIBE
F2040), kan koeling worden toegestaan in menu
5.11.1.1.
U kunt nu indicatie koelmodus selecteren in menu 5.4
voor AUX-uitgang.
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
25