WARMTEPOMP 12 uren Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen (als er een ketel is aangesloten op uw SMO 20), draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel) en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop. Bij verstoringen van het comfort Indien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemen voordat u contact moet opnemen met uw installateur.
Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van het product te vergemakkelijken. Keurmerk SMO 20 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP21. Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat het product voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnen voortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien van het product.
Pagina 5
Shuttleklep AUX 1 AUX 2 AUX 3 AUX 4 AUX 5 AUX 6 AA2-X4 Diversen Bijverwarming controleren De werking van de wisselklep controleren Werking laadpomp controleren Installatiecontrole van warmtepomp en bijbehorende apparatuur uitgevoerd SMO 20 Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatie...
NIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE-285 21 Markaryd Tel: +46-(0)433-73 000 Fax: +46-(0)433-73 190 E-mail: info@nibe.se www.nibe.se Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op www.nibe.eu voor meer informatie.
Isolatietape Temperatuurvoeler Aluminiumtape Kabelbandjes Gebruik alle montagepunten en installeer SMO 20 rechtop plat tegen de wand zonder dat er delen van de bedieningsmodule uitsteken tot voorbij de rand van de wand. Laat ongeveer 100 mm ruimte vrij rond de bedienings- module om er goed bij te kunnen en om de kabels te kunnen leggen bij installatie en onderhoud.
Klemmenstrook, ingaande voeding Klemmenstrook, regelsignaal circulatiepomp, sensoren AUX-ingangen en warmtepomp AA4-XJ3 Schakelaar AA4-XJ4 Serienummerplaatje Kabeldoorvoer, ingaande voeding, voeding voor accessoires Kabeldoorvoer, signaal Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaar- den IEC 81346-1 en 81346-2. Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de bedieningsmodule SMO 20...
4 Aansluiting van de leidingen Installatie temperatuursensor op leiding Algemeen Leidingen moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. Zie handleiding voor compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp voor in- stallatie van de warmtepomp. Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen moeten worden uitgerust met een regelkaart met minimaal de De temperatuursensoren worden bevestigd met een softwareversie zoals aangegeven in de volgende lijst.
Aansluitopties SMO 20 kan op verschillende manieren worden verbon- den met andere producten van NIBE. Een aantal van die manieren ziet u hieronder (mogelijk zijn wel acces- soires vereist). Zie voor meer informatie over opties www.nibenl.nl en de respectievelijke montage-instructies voor de ge- bruikte accessoires.
Pagina 11
Hulprelais/contactor RN10 Inregelklep 1) Inbegrepen en meegeleverd SMO 20 2) Inbegrepen en meegeleverd accessoire 3) Inbegrepen en meegeleverd bij NIBE warmtepomp (kan varië- Aanduidingen volgens standaarden 81346-1 en 81346-2 ren per warmtepomp). SMO 20 Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen...
Pagina 12
Compatible NIBE lucht/water-warmtepomp in combinatie met SMO 20 - koppeling stapgere- gelde bijverwarming voor wisselklep voor warmtapwater en koelingsfunctie (systeem met 4 leidingen) -EQ1 -AA25 -RN10 -CP6 -AA25-QN10 -EB1 -EB1 -FL2 -KA1 -BT63 -CM1 -GP13 -CP10 -BT64 -AA25-BT7 -AA25 -AA25...
Pagina 13
Compatible lucht/water-warmtepomp in combinatie met SMO 20 - koppeling stapgeregelde bijverwarming na wisselklep voor warmtapwater en koelingsfunctie (systeem met 4 leidingen) -EB1 -EB1 -KA1 -AA25 -CP5 -BT25 -GP10 -BT71 -EQ1 -CP6 -AA25 -RN10 -AA25-QN10 -FL2 -GP13 -CM1 -BT64 -CP10 -AA25-BT7...
■ de bedrading in het pand uitvoert. Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake- ■ laar, moet de SMO 20 worden voorzien van een af- zonderlijke aardlekschakelaar. De SMO 20 moet worden geïnstalleerd via een ■ werkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand.
Breng het display omhoog uit de bevestigingen. Breng de twee onderste bevestigingen op de ach- terkant van de display-eenheid in lijn met de twee bovenste gaten in het paneel, zoals op de afbeel- ding. SMO 20 Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen...
Pagina 16
5. Als de elektrische verbinding klaar is, moet het display weer terug worden gemonteerd met drie montagepunten, omdat anders het voorpaneel niet kan worden geïnstalleerd. Klemmenstrook 3,5 mm 1 mm 3,5 mm 1 mm Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen SMO 20...
Extern Externt worden gelegd. Spanningaansluiting EB101-GP12 De SMO 20 moet worden geïnstalleerd via een werk- schakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand. De minimale kabeldikte moet worden afgemeten volgens de gebruikte zekeringcapaciteit. Tariefregeling Als de spanning naar de compressor in de warmtepomp...
Sluit de sensor aan op klemmenstrook X2:5 en X2:6. F2016/F2026 Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². Warmtapwaterproductie wordt geactiveerd in menu 5.2 of in de startgids. SMO Externt SMO 20 Extern F2015/F2020/F2025/F2300 AA21-J2 SMO 20 Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen SMO 20...
Pagina 19
Voorzichtig! Er kan een temperatuursensor voor warmtapwater Voor koppeling waarbij andere sensoren boven (BT7) worden aangesloten op SMO 20 om de moeten worden aangesloten. Zie "Mogelijke watertemperatuur boven in de tank aan te geven (als selectie AUX-ingangen" op pagina 22.
X2:6 op de extra relaiskaart (AA7). indien de gebruiker de binnentemperatuur van de De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming woning wil aflezen op het display van de SMO 20, moet worden verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12. de sensor worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op klemmenstrook X2:7 en X2:10.
Zorg ervoor dat het Shuttleklep verwarmingsmiddel door de externe bijverwarming circuleert. SMO 20 kan worden aangevuld met een externe wis- selklep (QN10) voor warmtapwaterregeling (zie pagina 47 voor accessoire). De levering van warmtapwater kan worden geselec- teerd in menu 5.2.4.
Als er een externe contactfunctie is aangeslo- ■ Temperatuursensor, externe retourleiding ten op de SMO 20, moet de functie voor ge- Als temperatuursensor, externe retourleiding (BT71) bruiksingang of -uitgang worden geselecteerd moet worden gebruikt, moet deze op de gekozen in menu 5.4.
Pagina 23
(A = SG Ready A en B = SG Ready B ) ■ Contact voor activering van “tijdelijk in luxe" Er kan een externe schakeling op de SMO 20 worden aangesloten voor het activeren van de warmtapwa- terfunctie "tijdelijk in luxe". De schakelaar moet po- tentiaalvrij zijn en worden aangesloten op de gese- lecteerde ingang (menu 5.4) op klemmenstrook X2.
Accessoires aansluiten Instructies voor het aansluiten van andere accessoires vindt u in de bijgeleverde installatie-instructies. Zie AA2-X4 pagina 47 voor de lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de SMO 20. SMO 20 Extern Externt AA2-X4 De afbeelding toont de relais in de alarmstand.
- "Opstarten en inspectie". SMO 20 1. Schakel de warmtepomp in. 2. Vermogen SMO 20. 3. Volg de startgids op het display op SMO 20 of start de startgids in menu 5.7. Inbedrijfstelling met alleen bijverwarming Bij de eerste start volgt u de startgids, daarna de lijst hieronder.
Om de helptekst te openen: 1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling SMO 20...
0 tot 15. Hoe hoger het nummer, hoe steiler de helling en hoe hoger de aanvoertempe- ratuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu 1.9.7) wordt gebruikt. 3. Druk op OK om de instelling te verlaten. SMO 20 Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling...
één stap. Als het buiten warm is en de kamertempera- tuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve met één stap. Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling SMO 20...
"-1". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste ka- mertemperatuur verlaagd met 1 °C. Voorzichtig! De functie moet worden aangesloten op twee AUX-ingangen en worden geactiveerd in me- nu 5.4. SMO 20 Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling...
U kunt: ■ in de menu's en tussen de opties scrollen. ■ de waarden verhogen en verlagen. ■ scrollen door pagina's, sommige informatie is verdeeld over meerder pagina's (bijvoor- beeld helptekst of service-info). Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding SMO 20...
4.7. tie en toegang tot alarmlog. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. Dit symbool geeft aan of de SMO 20 contact heeft met NIBE Uplink™. Menu 4 - MIJN SYSTEEM Instellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodus Dit symbool geeft aan of koeling actief enz.
1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctie- knop. Een van de opties is voorgeselecteerd (wit). 2. Druk op OK om de geselecteerde optie te be- vestigen. De geselecteerde optie heeft een groen vinkje. Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding SMO 20...
(bij het paginanummer) zijn gemar- keerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap in de startgids te gaan. Indien de startgids zich links van deze pagina bevindt, wordt deze automatisch korter SMO 20 Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding 60 min.
Gedwongen regeling van de verschillende componenten in de binnenmodule. startgids Handmatige start van de startgids die de eerste keer wordt gebruikt wanneer de regelmodule wordt gestart. snelstart Snelstarten van de compressor. SMO 20 Hoofdstuk 8 | Bediening...
Controleer de max. vloertemperatuur bij de Fabrieksinstelling: 16 A leverancier van uw vloer. Hier selecteert u of de stapgeregelde bijverwarming vóór of na de wisselklep voor warmtapwaterproductie zit (QN10). Een stapgeregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrische cv ketel. Hoofdstuk 8 | Bediening SMO 20...
Pagina 39
Het voorbeeld hieronder heeft betrekking op Zweden. Als de boiler is aangesloten op de SMO 20, moet hier de warmtapwaterproductie worden geactiveerd. Fabrieksinstelling DOT: -20,0 °C eigen inst.
40 °C auto: De laadpomp draait volgens de huidige bedrijfs- temp. periode 6 30 °C stand van de SMO 20. temp. periode 7 20 °C intermitterend: De laadpomp start en stopt 20 secon- den voor en na de compressor in de warmtepomp.
Pagina 41
Selecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zo krijgt u toegang tot landspecifieke instellingen in uw product. Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken van deze selectie. Voorzichtig! Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstarten van display of updaten van programma. SMO 20 Hoofdstuk 8 | Bediening...
Service mag uitsluitend door ter zake kundig 351,0 3,256 personeel worden verricht. 251,6 3,240 Gebruik bij het vervangen van onderdelen van 182,5 3,218 de SMO 20 uitsluitend vervangende onderde- 133,8 3,189 len van NIBE. 99,22 3,150 74,32 3,105 Noodstand 56,20...
Pagina 43
Menu 7.1 - software updaten software updaten7.1 start met updaten kies een ander bestand Hier kunt u de software in de SMO 20 updaten. Voorzichtig! De volgende functies werken alleen als het USB-geheugen bestanden bevat met software voor de SMO 20 van NIBE.
Pagina 44
USB-geheugen. 1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in. 2. Vink aan: “geactiveerd". 3. De huidige waarden van de SMO 20 worden met het ingestelde interval opgeslagen in een bestand in het USB-geheugen tot het vinkje bij "geacti- veerd"...
Om hulpmodus te selecteren, moet een lecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, se- alarmhandeling worden gekozen in menu lecteert u "addition". 5.1.4. Te lage instelwaarde op de automatische verwar- ■ mingsregeling. SMO 20 Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort...
Te lage of niet werkende priorisering van warmte. ■ LET OP! Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de ■ Bij inbedrijfstelling zonder NIBE lucht/water- verwarming prioriteit moet krijgen. warmtepomp wordt er mogelijk een alarmcom- "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7. ■...
Technische specificaties IP 21 SMO 20 Elektrische gegevens Elektrische spanning 230 V ~ 50 Hz Veiligheidsklasse IP21 Nominale waarde voor impulsspanning Elektrische vervuiling Optionele aansluitingen Max. aantal lucht/water-warmtepompen Max. aantal sensoren Max. aantal laadpompen Max. aantal uitgangen voor bijverwarmingsstap Diversen...