Afdrukken op enveloppen
Als u één of slechts enkele enveloppen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de voorkant
gebruiken. Zie
Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters, enveloppen met dikke, onregelmatige
of gekrulde randen, glanzende of gegaufreerde enveloppen, of gekreukelde, gescheurde of
anderszins beschadigde enveloppen.
1
Klap de uitvoerbak op en neem alle afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2
Schuif maximaal 15 enveloppen, met de kleppen boven rechts, langs de rechterzijde
van de invoerlade in de printer totdat de stapel niet meer verder kan.
3
Open de papiergeleider voor klein afdrukmateriaal door hem 90 graden naar rechts te
draaien van de start- naar de eindpositie.
4
Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts
totdat hij stopt tegen de rand van de enveloppen.
5
Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in totdat de papiergeleider voor
klein afdrukmateriaal tegen de rand van de enveloppen stopt.
6
Klap de uitvoerbak neer.
4-18
"Afdrukken met de handinvoer aan de voor-of
1
4
2
3
6
5
achterkant".
NLWW