Aan/uit-lichtje knippert tweemaal, gaat
uit en herhaalt vervolgens dit patroon.
Aan/uit-lichtje brandt constant
en doorgaanlichtje knippert.
Aan/uit-lichtje uit, doorgaanlichtje knippert. Papierstoring of stilgevallen papiermotor.
Aan/uit-lichtje en doorgaanlichtje
knipperen tegelijk.
Aan/uit-lichtje en doorgaanlichtje
knipperen afwisselend.
7-2
Printer is bezig met het annuleren van een afdruktaak.
x2
x2
Controleer het volgende:
Stilgevallen wagen.
Stilgevallen servicestation.
Geen actie nodig.
Printer wacht totdat het speciale afdrukmateriaal droog is.
Druk op de doorgaanknop als u niet wilt wachten. U kunt
de droogtijd in het printerstuurprogramma wijzigen
(zie
"Inktvlekken"
voor instructies).
Het papier in de printer is op.
Laad papier en druk op de doorgaanknop om de
afdruktaak voort te zetten.
Printer wacht op handmatige invoer.
Als u de handinvoer aan de voor- of achterkant gebruikt,
laadt u het papier en drukt u op de doorgaanknop om de
afdruktaak voort te zetten.
Verkeerd formaat afdrukmateriaal.
Het formaat afdrukmateriaal dat in het printerstuurpro-
gramma is geselecteerd, moet overeenkomen met het
papierformaat dat in de printer is geladen.
De printer heeft een banier afgedrukt en de banier moet
uit de printer worden genomen.
Druk op de doorgaanknop om de banier uit te voeren.
Stilgevallen input/output (IO).
Zorg dat uw computer naar behoren werkt en de printer
juist op de computer is aangesloten. Stuur de
afdruktaak opnieuw naar de printer. Zie de richtlijnen in
"Problemen oplossen"
om het systeem te controleren.
Verwijder het vastgelopen papier (zie
verhelpen"). Als de papierstoring is verholpen, drukt u
op de doorgaanknop om de afdruktaak voort te zetten.
Als er geen papier is vastgelopen, drukt u op de
doorgaanknop. Als dit niet werkt, zet u de printer uit en
weer aan. Stuur de afdruktaak opnieuw naar de printer.
Verwijder eventueel vastgelopen papier
(zie
"Papierstoringen
verhelpen"). Als de papierstoring
is verholpen, drukt u op de doorgaanknop om de
afdruktaak voort te zetten.
Als er geen papier is vastgelopen, drukt u op de
doorgaanknop. Als dit niet werkt, zet u de printer uit en
weer aan. Stuur de afdruktaak opnieuw naar de printer.
Verwijder eventueel vastgelopen papier (zie u ). Als de
papierstoring is verholpen, drukt u op de doorgaanknop
om de afdruktaak voort te zetten.
Als er geen papier is vastgelopen, drukt u op de
doorgaanknop. Als dit niet werkt, zet u de printer uit en
weer aan. Stuur de afdruktaak opnieuw naar de printer.
"Papierstoringen
NLWW