Functie Replay
Terwijl het resultaat van een berekening wordt weergegeven,
kunt u op
expressie te bewerken die u voor de vorige berekening hebt
gebruikt. Als u de lineaire notatie gebruikt, kunt u de expressie
weergeven door op
te drukken.
Voorbeeld: 4 ✕ 3 + 2,5 = 14,5
4 ✕ 3 - 7,1 = 4,9
Rekengeheugen gebruiken
Naam geheugen
Antwoordgeheugen
Onafhankelijk
geheugen
Variabelen
en vervolgens op
of
Beschrijving
Slaat het resultaat van de laatste
berekening op.
Resultaten van berekeningen kunnen
worden opgeteld bij of afgetrokken
van het onafhankelijke geheugen. De
weergave-indicator "M" geeft gegevens
aan in het onafhankelijke geheugen.
Acht variabelen genaamd A, B, C, D, E,
F, X en Y zijn bruikbaar voor opslag van
individuele waarden.
of
te drukken zonder eerst op
27
drukken om de