Inhoudsopgave
Advertenties
Het aantal weergegeven cijfers opgeven
Om dit op te geven:
Aantal decimalen
Aantal significante cijfers
Weergavebereik van
exponenten
Voorbeelden voor weergave
berekeningsresultaten
•
Fix (vast): Het getal dat u opgeeft (van 0 tot 9) bepaalt
het aantal decimale voor de weergegeven resultaten van
berekeningen. Het resultaat van een berekening wordt
afgerond naar het opgegeven getal voordat het wordt
weergegeven.
Voorbeeld: 100
•
Sci (Wetenschappelijk): De waarde die u opgeeft (van
0 tot 10) bepaalt het aantal significante cijfers voor de
weergegeven resultaten. Resultaten worden afgerond vanaf
het opgegeven cijfer voordat het wordt weergegeven.
Voorbeeld: 1
1,429 ✕ 10
Norm (Normaal): De keuze van een van de twee
beschikbare instellingen (Norm 1, Norm 2) bepaalt het
bereik waarin resultaten worden weergegevn in de niet-
exponentiële notatie. Buiten het opgegeven bereik worden
resultaten weergegeven in de exponentiële notatie.
Norm 1: 10
Norm 2: 10
Voorbeeld: 1
De breuknotatie opgeven
Om deze breuknotatie op
te geven:
Gemengd
Onecht
÷
7 = 14,286 (Fix3)
14,29 (Fix2)
7 = 1,4286 ✕ 10
÷
-1
(Sci4)
-2
>
x
,
x
-9
>
x
,
x
÷
200 = 5 ✕ 10
0,005 (Norm2)
Voert u deze toetshandeling uit:
of
(Norm2)
-1
(Sci5)
10
10
10
10
-3
(Norm1)
Voert u deze
toetshandeling uit:
8
-
(Fix)
-
(Sci)
(Norm)
(Norm1)
(a b/c)
(d/c)
Advertenties
Inhoudsopgave
