Werking
gevoerd wanneer de buitenboordmotor
gedeeltelijk omhooggekanteld is, kan
de trim- en kantelbekrachtigingseen-
heid beschadigd raken.
Kantel de buitenboordmotor nooit zo
●
hoog dat de koelwaterinlaat in het
staartstuk boven het wateroppervlak
komt wanneer u in ondiep water gaat
varen. Anders kan de motor ernstig be-
schadigd raken door oververhitting.
NOTA:
F350A, FL350A, F350A1, FL350A1: Wan-
neer de buitenboordmotor gedeeltelijk om-
hoog werd gekanteld om in ondiep water te
varen, wordt het motortoerental mogelijk be-
perkt tot ongeveer 2500 omw/min. Dat is om
de trim- en kantelbekrachtigingseenheid te
beschermen en wijst niet op een storing. In-
structies over het deactiveren van de motor-
toerenregeling vindt u op pagina 92.
DMU35235
Procedure voor modellen met trim- en
kantelbekrachtiging
1.
Zet de bedieningshendel in neutraal.
91
N
ZMU06236
2.
Kantel de buitenboordmotor lichtjes om-
hoog naar de gewenste stand met be-
hulp
van
kantelbekrachtigingsschakelaar.
WAARSCHUWING!
van de trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaar op de onderbak terwijl de
boot zich voortbeweegt of terwijl de
motor draait, verhoogt het risico van
overboord vallen en kan de bestuur-
der afleiden, waardoor het risico van
een botsing met een andere boot of
tegen een hindernis wordt vergroot.
[DWM01850]
N
ZMU05829
de
trim-
Het
gebruiken
en