Hydraulische systeem inschakelen met behulp van
opstartslangen
Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het
voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor
afzetten, de parkeerrem in werking stellen
en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
Verwijder de lading uit de bak of een ander
werktuig voordat u onder een opgehaalde bak
gaat werken. Werk nooit onder een opgehaalde
bak zonder dat u de laadbakbeveiliging
hebt geplaatst op de volledige uitgetrokken
cilinderstang.
Opmerking: Hiervoor hebt u twee hydraulische
slangen nodig, elk met een mannelijke en een vrouwelijk
koppeling, die passen op de koppelingen van het
voertuig.
• Rij het andere voertuig achterwaarts naar de
achterkant van het defecte voertuig.
Belangrijk: Het hydraulische systeem van de
voertuigen is gevuld met Dexron IIl ATF. Om
verontreiniging van het systeem te voorkomen,
moet u controleren of het voertuig waarmee
u het hydraulische systeem wilt inschakelen,
dezelfde of een gelijksoortige vloeistof gebruikt.
• Maak de twee slangen met snelkoppelingen op beide
voertuigen los van de slangen die zijn bevestigd aan
de beugel van de koppeling (Figuur 78).
1. Slangen met snelkoppelingen
Figuur 78
• Sluit de twee opstartslangen op het defecte voertuig
aan op de slangen die zijn losgemaakt (Figuur 79).
Sluit de niet-gebruikte aansluitingen af.
1. Losgemaakte slangen
• Sluit de twee slangen op het andere voertuig aan op
de koppeling die nog in de beugel van de koppeling
zit (sluit de bovenste slang aan op de bovenste
koppeling en de onderste slang op de onderste
koppeling (Figuur 80). Sluit de niet-gebruikte
aansluitingen af.
1. Opstartslangen
• Houd alle omstanders uit de buurt van de voertuigen
• Start het tweede voertuig en de zet de hefhendel in
de stand OPHEFFEN. De defecte laadbak wordt
nu opgehaald.
• Zet de hydraulische hefhendel in de neutraalstand en
zet deze vast met de vergrendeling.
59
Figuur 79
2. Opstartslangen
Figuur 80