Belangrijk: Als een ander filter wordt gebruikt,
kan de garantie van bepaalde onderdelen komen
te vervallen.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter
wordt gemonteerd. Plaats een opvangbak onder het
filter en verwijder het filter.
1. Hydraulische filter
3. Smeer olie op de nieuwe filterpakking.
4. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt
bevestigd, schoon is. Draai het nieuwe filter totdat
de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat.
Schroef het filter vervolgens nog een halve slag
verder vast.
5. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
lopen om lucht uit het systeem te verwijderen Zet de
motor af en controleer of het peil van de hydraulische
vloeistof correct is en of het systeem lekt.
Hydraulische zeef reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de aftapplug (Fig. 58) uit de zijkant van
het reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een
opvangbak lopen.
3. Onthoud de positie van de hydraulische slang en
de 90º fitting voor de zeef op de zijkant van het
reservoir. Verwijder de hydraulische slang en de 90º
fitting.
4. Verwijder de zeef en reinig deze door hem
van achteren door te spoelen met een schoon
Figuur 76
2. Pakking
ontvettingsmiddel. Laat het filter aan de lucht drogen
voordat u het terugplaatst.
1. Hydraulische zeef
5. Plaats de zeef terug.
6. Plaats de hydraulische slang en de 90º fitting op de
zeef in dezelfde positie.
7. Monteer de aftapplug en draai deze weer vast.
8. Vul het reservoir met ongeveer 7,1 liter Dexron IIl
ATF. Zie Hydraulische vloeistof controleren
Bak ophalen in noodgevallen
(zonder de motor te starten)
In noodgevallen kan de bak worden opgehaald door de
startmotor te laten aanslaan of het hydraulische systeem
in te schakelen met behulp van opstartslangen.
Met startmotor
• Stel de startmotor in werking met de hefhendel in de
stand OPHEFFEN. Laat de startmotor 15 seconden
draaien en wacht vervolgens 60 seconden voordat u
de startmotor opnieuw in werking stelt.
• Als de startmotor niet aanslaat, moet u de lading en
de laadbak (werktuig) verwijderen, zodat de motor
of transaxle kunnen worden nagekeken.
• Rij het andere voertuig achterwaarts naar de
achterkant van het defecte voertuig.
58
Figuur 77