Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiatordop nooit als de motor
loopt.
• Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen
of totdat de radiatordop zover is afgekoeld
dat u deze kunt aanraken zonder uw hand
te branden.
• Gebruik een lap als u de radiatordop
verwijdert en draai de dop langzaam open
om de stoom te laten ontsnappen.
3. Verwijder de radiatordop.
Figuur 60
1. Radiatordop
4. Verwijder de dop van de reservetank.
Figuur 61
1. Dop van reservetank
5. Draai het aftapkraantje aan de onderkant van
de radiator open en laat de koelvloeistof in een
opvangbak lopen. Als er geen koelvloeistof meer
naar buiten stroomt, draai u het aftapkraantje dicht.
6. Open de ontluchtschroef boven op de waterpomp
(Figuur 62).
1. Ontluchtschroef
7. Verwijder de aftapplug voor de koelvloeistof uit
de motor en laat de koelvloeistof in de opvangbak
lopen. Als er geen koelvloeistof meer naar buiten
stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
8. Vul de radiator langzaam met een oplossing die half
uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries
bestaat. Plaats de radiatordop terug
9. Vul de reservetank langzaam totdat het peil de
KOUD-streep bereikt. NIET TE VOL VULLEN.
Plaats de dop van de reservetank terug.
10. Start de motor en laat deze draaien tot hij warm is.
Draai de ontluchtschroef van de waterpomp vast als
er water uitkomt.
11. Zet de motor af. Controleer nogmaals het peil en
vul indien nodig bij.
52
Figuur 62