Opmerking: De kogelverbinding kan worden
verwijderd en gedraaid als extra afstelling wenselijk is.
2. Maak de contraveer los van de versnellingspook.
3. Stel de contramoeren en/of kogelverbinding zo
af dat de onderkant van het achterste deel van het
koppelingspedaal 9,5 cm ± 3 mm is verwijderd van
de antislipvloerplaat (met ruitprofiel), wanneer een
kracht van 1,8 kg wordt uitgeoefend op het pedaal
(Figuur 70).
1. Koppelingspedaal
Opmerking: Er wordt kracht uitgeoefend zodat
het druklager van de koppeling de vingers van
koppelingsdrukplaat licht aanraakt.
4. Draai de contramoeren weer vast nadat u het pedaal
heeft afgesteld.
5. Controleer nogmaals of de afstand 9,5 cm ± 3 mm
is, nadat de contramoeren zijn vastgedraaid, ten
behoeve van een goede afstelling. Indien nodig
opnieuw afstellen.
6. Maak de contraveer weer vast aan de
versnellingspook.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het stangeind
rechtop en niet scheef op de kogel is geplaatst
en parallel met het koppelingspedaal loopt nadat
de contramoer is vastgedraaid (Figuur 71).
Figuur 70
1. Stangeind van
koppelingskabel
2. Koppelingspedaal
Opmerking: De speling van het koppelingspedaal
mag nooit minder dan 1,9 cm bedragen.
7. Controleer nogmaals de veiligheidsschakelaar van
de koppeling (Figuur 72). De motor mag pas
aanslaan als het koppelingspedaal 3,2 cm ± 3 mm is
verwijderd van de vloer. Als afstelling nodig is, draait
u de contramoeren van de schakelaar los en stel deze
naar boven of beneden bij.
1. Koppelingsschakelaar
Parkeerrem afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
1. Verwijder de rubberen handgreep van de
parkeerremhendel (Figuur 73)
56
Figuur 71
3. Contramoer van stangeind
4. Parallel
Figuur 72