De luidsprekerinstellingen configureren (Speaker)
De parameters voor de luidsprekers handmatig aanpassen.
■
Configuration
Past de weergavekenmerken van de luidsprekers aan op basis van handmatig
ingestelde parameters.
• Wanneer de grootte van de luidspreker wordt gespecificeerd, moet deze grootte worden ingesteld op
"Large" voor elke luidspreker met een woofer met een diameter van 16 cm of groter, of op "Small" voor een
woofer met een diameter van 16 cm of kleiner.
❏ Front
Selecteert de grootte (geluidreproductiecapaciteit) van de voorste luidsprekers.
Instellingen
Large
Selecteer dit als de grote voorste luidsprekers zijn aangesloten.
Selecteer dit als de kleine voorste luidsprekers zijn aangesloten.
Small (standaard)
De subwoofer produceert lagefrequentiecomponenten voor het voorkanaal.
• Als "Subwoofer" is ingesteld op "None", wordt "Large" automatisch geselecteerd.
❏ Center
Selecteert de grootte van de middelste luidspreker en of deze al dan niet wordt gebruikt.
Instellingen
Large
Selecteer dit wanneer een grote middelste luidspreker is aangesloten.
Selecteer dit wanneer een kleine middelste luidspreker is aangesloten.
Small (standaard)
De subwoofer (of de voorste luidsprekers) produceert de
lagefrequentiecomponenten van het middenkanaal.
Selecteer dit wanneer er geen middelste luidspreker is aangesloten.
None
De voorste luidsprekers produceren middenkanaalaudio.
❏ Surround
Selecteert de grootte van de surroundluidsprekers en of deze luidsprekers al dan niet
worden gebruikt.
Instellingen
Large
Selecteer dit als de grote surroundluidsprekers zijn aangesloten.
Selecteer dit als de kleine surroundluidsprekers zijn aangesloten.
Small (standaard)
De subwoofer (of de voorste luidsprekers) produceert de
lagefrequentiecomponenten van het surroundkanaal.
Selecteer dit als er geen surroundluidsprekers zijn aangesloten.
De voorste luidsprekers produceren audiosignalen voor het
None
surroundkanaal. Wanneer dit is ingesteld op "None", zullen de
geluidsprogramma's worden gewijzigd in Virtual CINEMA DSP-modus.
❏ Subwoofer
Instellen of een subwoofer al dan niet wordt gebruikt.
Instellingen
Selecteer dit als een subwoofer is aangesloten op het toestel. Tijdens
Use (standaard)
het afspelen produceert de subwoofer audio van het LFE-kanaal
(lagefrequentie-effect) en audio met lage tonen van andere kanalen.
Selecteer dit als er geen subwoofer is aangesloten op het toestel.
None
De voorste luidsprekers produceren audio met lage frequentie.
"Phase", "Bass Cross Over" en "Extra Bass" kunnen alleen worden ingesteld wanneer
"Subwoofer" is ingesteld op "Use".
■
Phase
Instellingen
Normal (standaard) Verandert de subwooferfase niet.
Reverse
Keert de subwooferfase om.
• Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunnen de tonen worden verbeterd door de fase
van de subwoofer aan te passen.
■
Bass Cross Over
Stelt het laagste limiet van de weergave van de lagefrequentiecomponent van de
luidsprekers in op "Small". Audio met een frequentie onder dat limiet wordt
geproduceerd door de subwoofer of door de voorste luidsprekers.
Instellingen
40 Hz, 60 Hz, 80 Hz (standaard), 90 Hz, 100 Hz, 110 Hz, 120 Hz, 160 Hz, 200 Hz
62
Nl