Inhoudsopgave
Advertenties
CODE SET
CODE SET
SOURCE
RECEIVER
SOURCE/
RECEIVER
HDMI
HDMI
Met de SCENE-functie kan een signaalbron en geregistreerde
1
1
2
2
3
3
4
4
instellingen (het geluidsprogramma/de surrounddecoder,
[ A ]
[ A ]
V- V V AUX
V-AUX
AV
AV
A A
Compressed Music Enhancer, enz.) met een enkele toets worden
1
1
2
2
3
3
4
4
geselecteerd.
5
5
6
6
AUDIO
AUDIO
DOCK
DOCK
1
TUNER
TUNER
USB
USB
FM
FM
AM
AM
PRESET
PRESET
TUNING
TUNING
INFO
INFO
MEMORY
MEMORY
SUR. DECODE
SUR. DECODE
STRAIGHT
STRAIGHT
MOVIE
MOVIE
MUSIC
MUSIC
SLEEP
SLEEP
ENHANCER
ENHANCER
DIRECT
DIRECT
SCENE
SCENE
BD
TV
CD
RADIO
DVD
De standaardinstellingen voor elke SCENE zijn de volgende.
OPTION
OPTION
VOLUME
VOLUME
DISPLAY
DISPLAY A A
POP-UP
POP-UP
MUTE
MUTE
MENU
MENU
MODE
MODE
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
9
9
0
0
TV
TV
INPUT
INPUT
TV VOL
TV VOL
MUTE
MUTE
De ingangsinstellingen met een enkele toets wijzigen (SCENE-functie)
Druk op SCENE.
De geregistreerde instellingen in SCENE die u heeft ingedrukt,
worden weergegeven. Als het toestel in de stand-bymodus
staat, drukt u op deze toets om het toestel aan te zetten.
Geluidspro-
gramma/
SCENE
Ingang
Music Enhancer
surrounddecoder
(p. 33)
BD/DVD
HDMI1
STRAIGHT
Tv
AV4
STRAIGHT
CD
AV3
STRAIGHT
RADIO
TUNER
5ch Stereo
Als externe toestellen, zoals een tv of BD-/dvd-speler
compatibel met de HDMI-regelfunctie worden aangesloten op
het toestel, worden de HDMI-regelfuncties ingeschakeld op het
toestel en de externe toestellen en wordt "SCENE" in het menu
"Setup" ingesteld op "On" voor de overeenkomstige SCENE,
bedieningen van het externe apparaat kunnen worden
beïnvloed door SCENE als volgt in te stellen.
• De tv staat aan.
• De tv wordt omgeschakeld naar een videosignaalbron
aangesloten op het toestel.
• De weergave op het externe toestel begint.
• De SCENE-synchronisatie-instelling kan worden ingesteld voor elke SCENE.
Raadpleeg "SCENE" (p. 70) in het menu "Setup" voor meer informatie.
De instellingen voor de functie SCENE
wijzigen
1
Compressed
SCENE-
synchronisatie
2
(p. 37)
(p. 70)
Off
On
On
On
Off
Off
On
Off
3
Voer de volgende stappen uit om de instellingen te
selecteren die u wilt registreren voor SCENE.
• De signaalbron selecteren (p. 31)
• Het geluidsprogramma selecteren (p. 33)
• Compressed Music Enhancer (p. 37) inschakelen/
uitschakelen
• De SCENE-synchronisatiefunctie inschakelen/
uitschakelen (p. 70)
Houd de toets SCENE op de afstandsbediening of
het voorpaneel ingedrukt totdat "SET Complete" op
het voorpaneel verschijnt.
VOL.
SET Complete
Wanneer de instelling van de signaalbron voor elke SCENE is
gewijzigd, moet de overeenkomstige instelling van de SCENE-
toets op de afstandsbediening ook worden gewijzigd. Zie stap
3 om de instelling voor de afstandsbediening te configureren.
(Indien nodig) Druk tegelijk op de overeenkomstige
knop SCENE en de signaalkeuzetoets en houd deze
langer dan drie seconden ingedrukt.
Nadat de instelling met succes is voltooid, knippert SOURCE/
RECEIVER tweemaal.
• Pas de overeenkomstige afstandsbedieningscode toe op de
signaalkeuzetoets om het afspeeltoestel te bedienen met de
afstandsbediening van dit toestel. Raadpleeg "Afstandsbedieningscodes
voor bediening van externe toestellen registreren" (p. 75) voor meer
informatie over hoe u de afstandsbedieningscode moet toepassen.
SW
C
L
R
SL
SR
32
Nl
Advertenties
Inhoudsopgave
