Storing
Als het unitnummer op het display van
de gebruikersinterface staat, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem niet goed werkt en geen van de bovenstaande
storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande
procedures.
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
voedingsspanning is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of stel de onderbreker terug.
Het systeem werkt wel
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
voor alleen ventileren,
de buitenunit of de binnenunit niet
maar stopt meteen bij
geblokkeerd
het verwarmen of
obstakels
koelen.
ventilatie.
▪ Controleer of
reinigen)
gebruikersinterface
"19 Onderhoud en service" op pagina 55
en "Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit.)
Het systeem werkt,
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
maar koelt of verwarmt
de buitenunit of de binnenunit niet
onvoldoende.
geblokkeerd
obstakels
ventilatie.
▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt
is (zie "Onderhoud" in de handleiding van
de binnenunit).
▪ Controleer de temperatuurinstelling.
▪ Controleer
ventilatorsnelheid
gebruikersinterface.
▪ Controleer of er geen deuren of ramen
openstaan. Sluit alle deuren en ramen
om
binnenkomt.
▪ Controleer of er niet te veel mensen
aanwezig zijn in de kamer tijdens het
koelen. Controleer of de warmtebron in
de kamer niet te groot is.
▪ Controleer
zonlicht in de kamer schijnt. Gebruik
gordijnen of jaloezieën.
▪ Controleer of de luchtstroomhoek goed
is.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem zelf niet kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de
airconditioner (met indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de
installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
RXYSCQ4+5TMV1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404224-1 – 2015.03
Maatregel
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
Maatregel
of
er
geen
is.
Verwijder
eventuele
en
zorg
voor
voldoende
(tijd om luchtfilter te
op
het
display
van
staat.
(Zie
is.
Verwijder
eventuele
en
zorg
voor
voldoende
de
instelling
van
op
te
voorkomen
dat
er
wind
of
er
geen
rechtstreeks
20 Opsporen en verhelpen van storingen
20.1
Storingscodes: Overzicht
Neem contact op met uw installateur wanneer een storingscode op
het display van de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Geef
hem de storingscode door, het unittype en het serienummer (deze
laatste twee vindt u op het naamplaatje van de unit).
Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk
van het niveau van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop
drukken om de code terug te stellen. Vraag anders advies aan uw
installateur.
Hoofdcode
Externe beveiliging geactiveerd
EEPROM-storing (binnenunit)
Storing afvoersysteem (binnenunit)
Storing ventilatormotor (binnenunit)
Storing motor draaiklep (binnenunit)
Storing expansieklep (binnenunit)
Storing afvoer (binnenunit)
Storing stofkamer filter (binnenunit)
Storing capaciteitsinstelling (binnenunit)
Storing transmissie tussen hoofdprintplaat en
subprintplaat (binnenunit)
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit;
vloeistof)
de
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; gas)
Storing thermistor aanzuiglucht (binnenunit)
Storing thermistor perslucht (binnenunit)
Storing bewegingsdetector of vloertemperatuursensor
(binnenunit)
Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit)
Storing printplaat (buitenunit)
Hogedrukschakelaar geactiveerd
Storing lage druk (buitenunit)
Compressorblokkering gedetecteerd (buitenunit)
Storing ventilatormotor (buitenunit)
Storing elektronische expansieklep (buitenunit)
de
Storing perstemperatuur (buitenunit)
uw
Abnormale aanzuigtemperatuur (buitenunit)
Detectie te veel koelmiddel
Storing hogedrukschakelaar
Storing lagedrukschakelaar
Probleem ventilatormotor (buitenunit)
Storing omgevingstemperatuursensor (buitenunit)
Storing druksensor
Storing stroomsensor
Storing perstemperatuursensor (buitenunit)
Storing gastemperatuursensor warmtewisselaar
(buitenunit)
Storing aanzuigtemperatuursensor (buitenunit)
Storing temperatuursensor ontijzen (buitenunit)
Storing vloeistoftemperatuursensor (na onderkoeling
HE) (buitenunit)
Storing gastemperatuursensor (na onderkoeling HE)
(buitenunit)
Storing hogedruksensor (S1NPH)
Storing lagedruksensor (S1NPL)
INV-printplaat abnormaal
Lameltemperatuur abnormaal
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Inhoud
57