6 Installatie
6.6
Koelmiddelleidingen isoleren
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪ Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleidingen (voor alle units).
▪ Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en
polyethyleenschuim dat bestand is tegen een temperatuur van
120°C voor de gasleidingen.
▪ Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
Omgevingstemperat
Vochtigheid
uur
≤30°C
75% tot 80% RV
>30°C
≥80% RV
Op de isolatie kan condens ontstaan.
▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
b
a
a
Isolatiemateriaal
b
Afdichtingsmateriaal, enz.
6.7
Koelmiddel bijvullen
6.7.1
Over koelmiddel bijvullen
De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar
afhankelijk van de lokale leidingen, moet nog extra koelmiddel
worden bijgevuld.
Alvorens koelmiddel bij te vullen
Controleer de externe koelmiddelleiding van de buitenunit (lektest,
vacuümdrogen).
Typische werkstroom
Extra koelmiddel bijvullen bestaat doorgaans uit de volgende
stappen:
1
De hoeveelheid extra bij te vullen koelmiddel bepalen.
2
Extra koelmiddel bijvullen (op voorhand vullen en/of vullen).
3
Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenkant.
6.7.2
Voorzorgsmaatregelen voor het vullen
met koelmiddel
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
22
Minimumdikte
15 mm
20 mm
6.7.3
Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel=R (kg). R moet worden
afgerond in eenheden van 0,1 kg.
R=[(X
1
X
=Totale lengte (m) van vloeistofleiding maat Øa
1...2
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R410A als koelmiddel. Andere
stoffen
kunnen
ontploffingen
veroorzaken.
▪ R410A bevat gefluoreerde broeikasgassen. De waarde
van
zijn
globaal
opwarmingspotentieel
2087,5. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Wanneer
u
koelmiddel
beschermhandschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
stroom
compressor te beschermen.
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de
compressor niet voordat de communicatie tussen de
buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot
stand is gebracht.
OPMERKING
Alvorens u begint met de vulprocedures, controleer of het
7-segmentendisplay normaal is (zie
activeren" op pagina
29), en of er geen storingscode op
de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Als een
storingscode wordt weergegeven, zie
basis van storingscodes oplossen" op
OPMERKING
Controleer of alle aangesloten binnenunits worden herkend
([1‑5]).
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet gesloten is, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
OPMERKING
Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale
leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv.
na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de
oorspronkelijke hoeveelheid (zie naamplaatje op de unit)
en de berekende extra hoeveelheid koelmiddel in de unit
worden gebracht.
Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld
moet worden
INFORMATIE
Neem contact op met uw dealer voor het finale aanpassen
van de hoeveelheid koelmiddel.
×Ø9,5)×0,059+(X
×Ø6,4)×0,022]
2
INFORMATIE
De leidinglengte is de lengte vanaf de buitenunit tot de
verste binnenunit.
en
ongelukken
bedraagt
bijvult,
gebruik
altijd
te
voorzien
en
de
"7.2.4 Stand 1 of 2
"11.3 Problemen op
pagina 38.
RXYSCQ4+5TMV1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404224-1 – 2015.03