6 Installatie
INFORMATIE
▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt
gedetecteerd (bijv. een gesloten afsluiter), dan wordt
een storingscode weergegeven. Zie in dat geval
"6.7.5 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel" op
pagina 24
en los de storing op zoals beschreven.
Druk op BS3 om de storing te resetten. U kunt de
instructies voor "Vullen" herbeginnen.
▪ Druk op BS3 om het handmatig bijvullen van
koelmiddel af te breken. De unit stopt en keert terug in
de inactieve stand.
10 Open klep A.
11 Breng koelmiddel in de unit tot de resterende berekende extra
hoeveelheid koelmiddel is bereikt, en sluit dan klep A.
12 Druk op BS3 om de handmatige stand voor bijvullen van extra
koelmiddel te verlaten.
OPMERKING
Vergeet niet alle afsluiters te openen nadat het koelmiddel
(vooraf) is bijgevuld.
Wanneer u het systeem met gesloten afsluiters gebruikt,
wordt de compressor beschadigd.
OPMERKING
Vergeet na het bijvullen van koelmiddel niet om het deksel
van de koelmiddelvulpoort te sluiten. Het aanhaalmoment
voor het deksel is 11,5 tot 13,9 N•m.
6.7.5
Foutcodes bij het vullen met koelmiddel
INFORMATIE
In het geval van een storing verschijnt de foutcode op de
gebruikersinterface van de binnenunit.
Sluit in het geval van een storing onmiddellijk klep A. Controleer de
storingscode
en
neem
de
"11.3 Problemen op basis van storingscodes oplossen" op
pagina 38.
6.7.6
De label voor fluorhoudende
broeikasgassen bevestigen
1 Vul de label als volgt in:
a
Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van de unit
b
Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel
c
Totale hoeveelheid koelmiddel
2 Breng het label aan op de binnenkant van de buitenunit. Er is
plaats voorzien voor het label op de afbeelding met het
bedradingsschema.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
24
overeenkomstige
maatregelen,
a
b
c
6.8
De elektrische bedrading
aansluiten
6.8.1
Over het aansluiten van de elektrische
bedrading
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende
stappen:
1
Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische
specificaties van de units.
2
De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit.
3
De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunits.
4
De hoofdvoeding aansluiten.
Lokale bedrading: Overzicht
De lokale bedrading bestaat uit de bedrading van de voeding (altijd
met aarding) en communicatie tussen binnen- en buitenunit
(=transmissie).
Voorbeeld:
a
d
c
b
a
b
g
c
e
e
h
h
h
h
f
f
a
Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
b
Hoofdschakelaar
c
Aardingsaansluiting
d
Buitenunit
e
Binnenunit
f
Gebruikersinterface
g
Voedingsbedrading (ommantelde kabel) (230 V)
h
Transmissiebedrading (ommantelde kabel) (16 V)
Voeding 1~ 50 Hz
Aardingsbedrading
Voedings- en transmissiebedrading
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Deze bedradingen moeten altijd op
minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
▪ Zorg
ervoor
dat
transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De
transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen
kruisen, maar ze mogen niet parallel lopen.
▪ De transmissiebedrading en de voedingsbedrading
mogen niet in contact komen met de interne leidingen
(behalve de inverter PCB-koelleiding) om te voorkomen
dat de bedrading beschadigd wordt door hete
leidingen.
▪ Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden
zodanig dat het deksel of andere onderdelen niet
loskomen.
Houd de transmissiebedrading buiten de unit samen met de lokale
leidingen.
g
e
h
h
f
de
voedingskabel
en
RXYSCQ4+5TMV1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404224-1 – 2015.03
de