Zaaien met de machine
10
Zaaien met de machine
10.1
Zaadbak vullen
10.2
Begin van het zaaien
48
Gevaar!
•
Bij het inzetten van de machine aanwijzingen van hoofdstuk
"Veiligheidsaanwijzingen voor de chauffeur", bladzijde 20
opvolgen.
•
Houd rekening met de waarschuwingspictogrammen op de
machine. Deze waarschuwingspictogrammen geven
adviezen om zonder risico met de machine te werken. Deze
adviezen dienen voor uw veiligheid!
De zaadbak langs de zijkanten vullen en het zaad over de volledige
breedte van de zaadbak verdelen.
Bij het zaaibegin:
1. Iedereen uit de gevarenzone wegsturen.
2. Machine op het kopeinde in werkstand brengen.
3. Stapwiel in werkstand zetten.
4. Wegrijden.
5. Na 100 m controleren, indien nodig corrigeren:
ο
zaaidiepte
ο
werking van de zaadeg.
Advies!
Ontsmet zaad is bijzonder giftig voor vogels!
Het zaad moet volledig zijn ingewerkt en met aarde worden
bedekt .
Voorkom dat bij opheffen van de machine nog zaad uit de
zaaikouters stroomt.
Gemorst zaad onmiddellijk opruimen!
C-Drill BAG0033.0 07.06