Bediening van de electro-magnetische
comfort bediening
De wagen is voorzien van electro-magnetische
ventielen. Het hydraulieksysteem van de trekker
instellen op druk, olie loopt nu rond, en ventiel in deze
stand vastzetten. Met de bedieningskast is nu op elk
moment steeds een functie te regelen.
De pick-up kan onafhankelijk van de andere functies
bediend worden. De andere cilinder-functies (knikdissel,
achterklep enz.) kunnen onafhankelijk van de
bodemketting- en pick-upfunktie bediend worden
Deze schakelaars moeten dan na het uitvoeren van de
activiteit op „ uit „ of in neutraalstand staan.
Bij wegtransport is het aan te bevelen om de totale
trekker-regelhydrauliek uit te schakelen, om onnodig
rondpompen en verwarmen te voorkomen.
Zie verder „praktisch gebruik bij laden en lossen" pag.
25-28.
(1) Schakelaar voor „aan" - „uit" van de
stroomtoevoer.
(2) Controle lamp (groen) brandt indien (1)
ingeschakeld is.
(3) Schakelaar voor het bedienen van de
bodemketting
(4) Controle lamp voor belading (rood) brandt indien
de bodemketting met schakelaar (3) ingeschakeld
is. De lamp gaat uit indien de bodemketting
automatisch uitgeschakeld is, dus de wagen vol
is. ( bij TITAN GL)
(5) Schakelaar voor het bedienen van de
hydraulische achterwand
(6) Controlelamp (rood) gaat branden, indien de
sluithaken van de achterklep niet vergrendelen
(alleen TITAN L)
(7) Schakelaar voor het bedienen van de hydr.
messen-0-schakeling (optie bij TITAN L)
(8) Controlelamp (rood) gaat branden indien de
messen-0-schakeling bediend is, danwel dat de
beveiliging werkt. ( bij optie (7))
(9) Schakelaar voor het bedienen van de knikdissel
(10) Schakelaar voor het bedienen van de pick-up
(11) Schakelaar voor het bedienen van de hydraulisch
klapbare bovenbouw (optie bij TITAN L)
Lossen van de wagen door middel van de
bediening aan de achterkant (alleen TITAN L):
1. Schakelaar op stand zetten voor bediening
bodemketting
2. Trekkerhydrauliek inschakelen
3. Hendel aan de achterkant op stand „0" zetten
4. Achterwand openen
5. Snelheid van de bodemketting met hendel naar
behoeven regelen.
6. Na het lossen de hendel weer op „max" zetten, zodat
weer goed vanaf de trekker bediend kan worden.
28
Verklaring voor de bediening aan de
achterkant van de wagen (alleen L typen)
Bij een normale bediening van de bodemketting vanaf
de trekkerstoel staat de hendel in de stand "max.",
d.w.z. dat de regeling van de hoeveelheid aan de
achterkant niet werkt, alle olie gaat naar de motor.
Door de eindafschakeling wordt het ventiel
geopend, en kan de olie vrij teruglopen.
Stand max.
Stand 0