Air Top 2000 STC
– Bevestig de leiding op regelmatige afstanden om doorhangen te
voorkomen. Vermijd knikken.
– Houd afstand tot warmtebronnen. Pas indien nodig hittebescherming
toe!
7.2.
Brandstofpomp
De brandstofpomp is een gecombineerd transport-, doseer- en
afsluitsysteem en is onderworpen aan bepaalde inbouwcriteria (zie
Afbeelding 14).
7.2.1.
Inbouwlocatie
De brandstofpomp moet op een koele plaats, zo mogelijk dichtbij de tank
(zie Hoofdstuk 7.1.4, "Leidinglengtes en opvoerhoogte") gemonteerd
worden. De toegestane omgevingstemperatuur mag tijdens het bedrijf
nooit boven + 20°C stijgen voor benzine-verwarmingsapparaten.
Brandstofpomp en brandstofleidingen mogen niet in het uitstralingsbereik
van hete auto-onderdelen worden gemonteerd. Eventueel moet een
straalbescherming worden aangebracht.
0-45°
0-180°
0-180°
Afb. 14: Brandstofpomp DP 42 inbouwpositie
Diesel
15-90°
7.2.2.
Inbouw en bevestiging
De brandstofpomp moet met een trillingsdempende ophanging worden
bevestigd (bijv. rubberen klem). De inbouwpositie is volgens Afbeelding 14
beperkt, om een goede eigen ventilatie te waarborgen.
Wegens corrosiegevaar mogen voor de steekverbinding tussen
brandstofpomp en brandstofpompkabelboom alleen originele Webasto-
onderdelen worden gebruikt. Gebruik een elastische ophanging voor de
brandstofpomp (beperkt de overdracht van trillingen/tikken)!
(Zie Afbeelding 15).
Afb. 15: Elastische ophanging brandstofpomp
7.3.
Brandstoffilter
Als rekening gehouden moet worden met vervuilde brandstof, mag alleen
het Webasto filter gebruikt worden. Inbouw indien mogelijk verticaal, max.
echter horizontaal (doorstroomrichting in acht nemen).
Afb. 16: Brandstoffilter
Brandstoftoevoer
0° - 90°
97