Air Top 2000 STC
7
Brandstoftoevoer
De brandstof wordt aan de brandstoftank van de auto of aan een aparte
brandstoftank ontnomen. De gegevens over de toelaatbare druk op het
brandstof-aansluitingspunt staan in Hoofdstuk 7.1.4, "Leidinglengtes en
opvoerhoogte" aangegeven.
Bij de vulopening moet de aanwijzing zijn aangebracht dat het
verwarmingsapparaat moet worden uitgeschakeld voordat brandstof wordt
bijgevuld.
7.1.
Brandstofleidingen
7.1.1.
Voertuigen met motor met carburateur
De brandstofaansluiting mag alleen met de speciale Webasto-
brandstofafnemer (zie Afbeelding 8) zo mogelijk in de buurt van de tank
plaatsvinden. De aansluiting vindt naar keuze in de voor- of terugloopleiding
plaats, waarbij de terugloopleiding bijna tot op de tankbodem moet lopen.
De brandstofafnemer moet zo gemonteerd worden, dat lucht- of gasbellen
zelfstandig richting de tank kunnen wegvloeien (zie Afbeelding 8).
De brandstofafname mag niet in het motorbereik plaatsvinden, omdat hier
als gevolg van de warmte-uitstraling van de motor gasbellen in de leidingen
gevormd kunnen worden, wat tot storingen van het brandbedrijf kan leiden.
7.1.2.
Voertuigen met injectiemotor
Bij de inbouw van het verwarmingsapparaat in voertuigen met
injectiesysteem moet worden vastgesteld of de brandstofpomp in de tank of
buiten de tank gemonteerd is.
Zit de brandstofpomp in de tank, dan kan de brandstofaansluiting alleen uit
de retourloopleiding uitsluitend met de Webasto-brandstofafnemer (zie
Afbeelding 8) uitgevoerd worden, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat
de retourleiding bijna tot de tankbodem gaat (is dit niet het geval, kan de
Webasto-tankaansluiting (zie Afbeelding 9, Afbeelding 10 en Afbeelding 11)
van de tank
naar de brandstofpomp
Afb. 8:
Webasto brandstofafnemer
gebruikt worden.
Bij een buiten de tank gemonteerde brandstofpomp mag de
brandstofaansluiting tussen tank en brandstofpomp eveneens uitsluitend
met de Webasto-brandstofafnemer (zie Afbeelding 8) plaatsvinden.
7.1.3.
Brandstofafname met tankaansluiting
De brandstofafname moet uit de brandstoftank of de afzonderlijke tank
plaatsvinden (zie Afbeelding 8, Afbeelding 9 en Afbeelding 10). Met deze
aparte brandstofafname wordt een beïnvloeding van de druk uitgesloten.
Brandstoftoevoer
naar de motor
93