Functietoetsen
1. Stop
2. Knippen
3. Achteruitnaaien
4. Start/Stop
5. Naaivoet omlaag en draaistand
6. Naaldstop boven/onder
7. Naaivoet omhoog en extra hoog
8. Steek opnieuw beginnen
9. Onmiddellijk afhechten
10. Automatische draadinsteker
Stop
Druk op de stop-toets tijdens het naaien om een steek of steekprogramma af te ronden. Uw machine hecht de
draad af en stopt automatisch wanneer de steek of het steekprogramma is voltooid. Als u op stop drukt voordat u
begint te naaien, naait de machine de steek slechts eenmaal. Er wordt slechts één steek op het scherm weergegeven.
De indicator naast de stop-toets brandt wanneer de stop-functie is ingeschakeld. Om de functie te annuleren,
drukt u opnieuw op stop of selecteert u een nieuwe steek. De stop-functie wordt geannuleerd wanneer de steek is
voltooid.
De stop-functie wordt ook gebruikt om een genaaide lengte te herhalen bij het naaien van taperingsteken (zie
Taperingsteken) en bij het naaien van handmatige knoopsgaten.
Afsnijden
Als u op de afsnijtoets drukt, snijdt uw naaimachine de boven- en onderdraad af en brengt de naaivoet en de naald
omhoog.
Om de draden aan het einde van een steek of stekenreeks af te snijden, drukt u op de afsnijtoets tijdens het naaien.
Het indicatielampje gaat branden om aan te geven dat de draden moeten worden afgesneden. Wanneer de steek of
stekenreeks klaar is, snijdt uw naaimachine de boven- en onderdraad af en brengt de naaivoet en de naald omhoog.
Let op: Als de automatische naaivoetlichter is gedeselecteerd in de instellingen, wordt de naaivoet niet omhoog gebracht bij gebruik van
de afsnijfunctie.
Als u op afsnijden drukt tijdens het borduren, snijdt uw machine onmiddellijk de boven- en onderdraad af.
Let op: Sommige optionele accessoires worden bevestigd in de twee ronde gaatjes in de steekplaat vlak boven het spoelhuisdeksel.
Gebruik de afsnijfunctie niet als er een accessoire in deze gaatjes is bevestigd, omdat dit de automatische draadafsnijder die onder de
steekplaat zit in de weg kan zitten
Achteruitnaaien
Als achteruitnaaien is ingeschakeld, brandt de achteruitnaai-indicator. Druk eenmaal op de achteruitnaaitoets
voordat u begint te naaien als u permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-indicator wordt verlicht en de
machine naait achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt. Als u tijdens het naaien op de achteruitnaaitoets drukt,
naait de machine achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt.
Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij het naaien van handmatige knoopsgaten, stopsteken en taperingsteken om
tussen delen van de steken heen en weer te gaan.
Start/Stop
Druk op de start/stop-toets om de machine te laten starten en stoppen met naaien of borduren zonder het
voetpedaal te gebruiken. Druk op start/stop om te beginnen en druk er opnieuw op om te stoppen.
Naaivoet omlaag en draaistand
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht wanneer u met naaien begint. Om de naaivoet omlaag te brengen
voordat u begint te naaien, drukt u op de toets naaivoet omlaag en draaistand. De naaivoet wordt helemaal omlaag
gebracht en de machine houdt de stof stevig vast. Druk opnieuw op naaivoet omlaag om naar de draaipositie te
gaan (de naaivoet wordt net genoeg omhoog gebracht om de stof te draaien).
Druk in de borduurmodus op naaivoet omlaag om de naaivoet omlaag te brengen in de borduurpositie.
1 Inleiding
15