7.6
AANBEVELING VOOR HET WERKEN OP WENDAKKERS
Het goed
aanleggen van rijsporen is een voorwaarde voor exakt werken langs de
perceelranden. Bij gebruik van de randstrooischotel „Tele-Set" wordt het eerste rijspoor
(7.23/T1) in de regel altijd op de halve rijspoor afstand tot de perceelrand, aangelegd
(Hfd.st.7.4). Aangelegd wordt eenzelfde soort rijspoor op gelijke wijze op het voorste deel
van het perceel. Als hulp voor orientering, is een rijspoor op groter afstand (gestippelde
lijnen) op het voorgewend zeer nuttig - op volle afstand van de werkbreedte.
Met in achtnemen van het in (Hfd.st.7.4) opgenomen advies om het perceel meermalig in het
eerste rijspoor kloksgewijs (dus rechtsom) af te rijden. Na deze rondrit op het perceel de
randstrooischotel „Tele-Set" weer omwisselen tegen de strooischotel „Omnia-Set".
Omdat centrifugaalstrooiers de kunstmest ook naar achter uitstrooien, dient men
voor de optimale verdeling voorop het perceel het volgende beslist in acht te nemen:
De schuiven bij heen- (rijsporen T1, T2 enz.) en terugrit (rijsporen T3 enz.) op verschillende
afstanden vanaf de perceelrand openen en sluiten.
OPENEN van de doseerschuiven bij „Heenritten" ongeveer op punt P1, wanneer de traktor
zich op het 2e rijspoor van het voorgewend bevindt.
SLUITEN van de schuiven bij „Terugritten" op punt P2, wanneer zich de strooier op de
hoogte van het eerste rijspoor op de wendakker bevindt.
F
Het toepassen van de omschreven rijmethode voorkomt kunstmest-verliezen,
over- of onder bemesting en stelt daarom een milieu vriendelijke werkwijze
aan U voor.
7 - 31