Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Storingen
In de meestc gevallen wordt een slecht naai-re-
sultaat veroorzaakt door een naald, die ergens
beschadigd is. Daarom dient men altijd cerst de
naald to onderzoeken, voordat U andere maat-
regelen neemt.
Geen mooie steken - geen mooie naden.
1. Naald verkeerd ingezet Zie biz. 13, afb. 35.
2. Naald verbogen of stomp. Nieuwe naald in-
zetten.
3. Verkeerde draadspanning. Zie blz. 14.
4. Draad verkeerd ingeregen. Hoe dit wel more
vindt U op blz. 8-9, afb. 23-28.
5. Naald, garen en stof zijn niet op elkaar afge-
stemd. Zie tabel op blz. 13.
6. Verkeerde onderdraad. Dear moet van de-
zelfde dikte zijn als de bovendraad.
7. De onderdraad onregelmatig gespoeld. Zie
blz. 6.
8. De spoel verkeerd in de spoelhuls gent. Zie
blz. 7.
De onderdraad wordt niet door de bovendraad
opgehaald. Naald verkeerd ingezet. Zie blz. 13,
afb. 35.
Naald breekt.
1. De steekplaat zit los. Deze vastzetten met de
grote schroevedraaier.
2. Misschien heeft U de machine bij her naaien
willen helpen, door aan de stof to trekken.
Op deze wijze kan de naald Licht de steekplaat
raken en afbreken.
Bovendraad breekt.
1. Naald krom of stomp. Zet nieuwe naald in
2. Naald verkeerd ingezet. Zie blz. 13.
3. Bovendraad verkeerd ingeregen. Voor de
juiste wijze van inrijgen zie blz. 8-9, afb.
23 - 26.
4. De bovendraadspanning is to strak. Zie draad-
spanning blz. 14.
5. Knopen in her garen.
6. Garen en naald komen niet met elkaar over-
een. Zie tabel op blz. 13.
7. Her gat in de steekplaat is beschadigd of heeft
scherpe kanten. Schuur deze glad met fijn
schuurlinnen of monteer een nieuwe steek-
plaat.
8. De punt van de naald is beschadigd of her oog
van de naald heeft scherpe kanten. Zet een
nieuwe naald in.
Onderdraad breekt.
I. De spoelhuls is verkeerd ingezet. Zie biz. 5,
afb. 15.
2. Onderdraad verkeerd ingeregen. Zie blz. 7,
afb. 19-22.
3. Onderdraad heeft to strakkc spanning. Zie
biz. 15-16, afb. 39-44.
4. Het spoeltje is onregelmatig gespoeld. Zie
blz. 6.
5. Her spoeltje is to vol.
6. Her naaldgat van de steekplaat is beschadigd.
Deze met fijn schuurlinnen glad maken of
nieuwe steekplaat monteren.
De machine transporteert niet.
1. De knop voor steeklengte staat op 0.
2. De transporteur is verzonken. De transpor-
teur door de transporteurknop in- en omhoog
to drukken weer in werking stellen.
Onregelmatig spoelen.
1. Machine voor her spoelen verkeerd ingeregen.
Zie blz. 6, afb. 16.
2. De draadgeleider voor her spoelen is niet goed
afgesteld. Zie blz. 6, afb. 18.
Onregelmatige draadspanning.
Kan veroorzaakt worden door een slechtc k wa-
liteit garen.
Rimpelen van de stof.
1. De bovendraad heeft to strakke spanning, zie
blz. 14.
2. Bovendraad- en onderdraadspanning is in
verhouding tot de stofdikte to strak.
Steken van ongelijke lengte.
1. De transporteut is vuil. Maak deze schoon
met de transporteurborstel.
De naad is to los en.houdt de stof niet bijeen.
De draadspanning is to
Op blz. 14 is aan-
gegeven hoe men de driadspanning instelt.
De machine naait niet de ingestelde naad.
Her schablonenpakket verkeerd ingezet. Zie
aanwijzingen op blz. 23, afb. 73.
De machine loopt zwaar.
1. Vuil of stofresten in de spoelhuls. Spoel en
spoelhuls uitnemen met de transporteur-
borstel schoonmaken.
2. De machine is onvoldoende gesmeerd, zie
blz. 43 smeren en schoonmaken van de
machine.
Indien verkeerde olie is gebruikt dient U zich tot
de dichtstbijzijnde Husqvarna-handelaar te wen-
den.
De machine maakt lawaai.
In de meeste gevallen komt dit omdat de ma-
chine to weinig is gesmeerd. Zie smeerschema
op blz. 43.
46

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave