Hebt U het juiste garen?
Heel belangrijk voor het verkrijgen van een goed resultaat bij het
naaien is, dat men het juiste garen en de juiste naald voor het
materiaal dat men verwerken wil, gebruikt. Een oude regel zegt,
dat men katoengaren voor katoen en linnen- en naaizijde voor
zijden en wollen stoffen moet gebruiken. Voor de nieuwe syn-
thetische stoffen zou men dus synthetische garens moeten ge-
bruiken. Deze komen nu ook in de handel. Toch geven deze
garens nog geen bevredigend resultaat. Wij raden daarom aan
gemerceriseerde katoenen garens te gebruiken. Dit is zachter en
gladder en bovendien glanzender dan het niet gemerceriseerde
garen, dat voor het naaien met de hand gebruikt wordt. Voor het
maken van sierranden wordt speciaal borduur- of stopgaren (dat
uit twee draden, in tegenstelling tot het gebruikelijke naaigaren
dat uit drie draden bestaat) gebruikt. Borduurgaren wordt ook
voor het maken van knoopsgaten (nr. 50, zonder twijfel de mooiste
knoopsgaten) gebruikt en is bovendien voor borduurwerk en
afwerken van dunne stoffen geschikt. Voor ajourwerk (geel A en
B schablon) moet, om een mooi stiksel te verkrijgen, borduur-
garen nr. 50 gebruikt worden. Het dichte karakter van deze steken
maakt naaien met gewoon garen onmogelijk. De tabel op de
andere bladzijde geeft aan, welke dikte van naald en garen men ge-
bruiken moet. Met betrekking tot het kiezen van de naald kan
gezegd worden, dat nr. 90 een standaardnaald is, die voor de
meeste stoffen gebuikt kan worden. Voor dunne stoffen en garens
moet men echter een dunnere naald nemen. De belangrijkste
reden, dat men een dunne naald voor dunne en vaste stoffen ge-
bruiken moet, is echter, dat een dikke naald de weefseldraden be-
schadigt. Voor heel dikke en harde stoffen moet men natuurlijk
een dikke naald nemen die deze belasting kan weerstaan.