Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Mortel
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 20
Vereisten
Brandwerendheidsklasse tot EI 120 S
Lichte scheidingswanden met houten frame en beplating aan beide zijden, W ≥ 130 mm; houtenvakwerk
W ≥ 140 mm; overige specificaties
Huislengten 375 en 500 mm, bij flens tegen flens alleen L = 500 mm
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm
Montage van iedere brandklep in een separate sparing. Afstand van twee brandkleppen onder elkaar ≥ 200 mm
(tot EI 120 S). Afstand van twee brandkleppen van elkaar 70 mm (tot EI 90 S in een inbouwopening).
Aansluiting van het luchtkanaal kan met elastische aansluitingen (aanbevolen)
Alleen de montage van even grote FK-EU flens tegen flens in een inbouwopening (afwijkingen op aanvraag)
1.
Lichte scheidingswand volgens de opgave van de fabrikant opbouwen en de sparing maken
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Waarbij de afstand van de flens van de bedieningszijde tot
aan de wand 260 mm bedraagt.
De brandklep wordt afhankelijk van de huislengte L en de wanddikte W aan de inbouwzijde met een verleng-
deel verlengt (aanbouwdeel of levering derden).
3.
De omlopende spleet »s« moet over de gehele wanddikte met mortel opgevuld worden.
Afb. 52: Natte montage in F30-lichte systeemwanden met houten staanders met W
①
MDF plaat
②
Beplating
③
Mineraalwol (conform de wandconstructie)
④
Liggers / houtenstaander
⑤
Dagkant, beplatingsmateriaal (indien nodig met
verstek volgens Afb. 52)
Inbouwdetails voor andere wanduitvoeringen op aanvraag
Flexibele wanden met houten staanders > Natte montage
Ä op pagina 70.
Ä Tabel op pagina 19
⑥
⑦
⑧
⑨
Brandklep Serie FK-EU
≥ 130 mm
Dagkant, MDF-plaat
Opdekking
Schroef
Mortel of gips
Inbouw
Ä op pagina 70.
73