Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Mortel
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 20
Vereisten
Brandwerendheidsklasse tot EI 90 S
Lichte scheidingswanden met metalen frame en beplating aan beide zijden, W ≥ 98 mm, verdere specificaties
Ä op pagina 48.
Huislengten 375 en 500 mm, bij flens tegen flens alleen L = 500 mm
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm (75 mm bij F30-wanden en wanddikten < 98 mm)
Montage van iedere brandklep in een separate sparing. Bij de inbouw flens tegen flens is de afstand van twee
kleppen tegenelkaar 70 mm (een inbouwopening).
Aansluiting van het luchtkanaal kan met elastische aansluitingen (aanbevolen)
Alleen de montage van even grote FK-EU flens tegen flens in een inbouwopening (afwijkingen op aanvraag)
1.
Lichte scheidingswand volgens de opgave van de fabrikant opbouwen en de sparing maken
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Waarbij de afstand van de flens van de bedieningszijde tot
aan de wand 260 mm bedraagt.
De brandklep wordt afhankelijk van de huislengte L en de wanddikte W aan de inbouwzijde met een verleng-
deel verlengt (aanbouwdeel of levering derden).
3.
De omlopende spleet »s« moet over de gehele wanddikte met mortel opgevuld worden. Wanneer de kopseaf-
dekkingen met voldoende brandweerstand toegepast worden, is een mortelbed diepte van 100 mm toereikend.
Flexibele wanden met metalen profiel > Natte montage
Ä Tabel op pagina 19
Brandklep Serie FK-EU
Inbouw
Ä op pagina 48.
51