6.8.4.2
Instelling hoeveelheid inert gas
Elektrische schok!
Bij de instelling van de hoeveelheid inert gas staat de lastoorts onder nullastspannings-
of hoogspanningsontstekingspulsen, die bij aanraking stroomschokken en
brandwonden kunnen veroorzaken.
•
Zorg dat tijdens het instellen de lastoorts elektrisch geïsoleerd is ter bescherming van
personen, dieren of materiële zaken.
Vuistregel voor gasdoorvoerhoeveelheid:
Diameter in mm van de gaskop komt overeen met l/min gasdoorvoer.
Bijvoorbeeld: een gaskop van 7 mm komt overeen met een gasdoorvoer van 7 l/min.
Verkeerde instelling van inert gas!
Zowel een te lage als ook een te hoge instelling van inert gas kan lucht naar het lasbad
leiden en hiermee tot poriënvorming.
•
Pas de hoeveelheid inert gas aan de desbetreffende lasopdracht aan!
•
Open langzaam de kraan van de gasfles.
Voer een gastest uit (zie het hoofdstuk "Functiebeschrijving - gastest")
•
Stel op de drukregelaar de benodigde hoeveelheid inert gas in, ca. 4 – 15 l/min. afhankelijk van de
stroomsterkte en het materiaal.
6.9
Elektrodelassen
kans op beknelling en verbranding!
Bij het vervangen van afgebrande of nieuwe staafelektroden
•
apparaat aan de hoofdschakelaar uitschakelen;
•
geschikte veiligheidshandschoenen dragen;
•
geïsoleerde tang gebruiken om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste
werkstukken te bewegen en;
•
elektrodehouder altijd geïsoleerd wegleggen!
Inertgasaansluiting!
Bij de lasmethode elektrodelassen staat de inertgasaansluiting (aansluitnippel G¼")
onder nullastspanning.
•
De gele beschermkap op aansluitnippel G¼" plaatsen (bescherming tegen elektrische
spanning en vuil).
Art.nr.:099-000089-EWM05
VOORZICHTIG
INSTRUCTIE
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Inbedrijfstelling
Elektrodelassen
69