10.
Onderhoud en instandhouding
10.1
Algemene onderhoudsgegevens
Alle inspectie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten zorgvuldig en door geschoold
personeel worden uitgevoerd. Neem de opmerkingen in het hoofdstuk 2. "Veiligheidstips" in acht.
10.2
Beschrijving van de onderhoudswerkzaamheden
10.2.1 Aandrijving reinigen
Schakel de aandrijving vóór het reinigen spanningsloos.
Opmerking.
Het onderhoud en de reparatie mogen uitsluitend door geautoriseerd deskundig
personeel worden uitgevoerd. Voor de reparatie mogen uitsluitend originele
onderdelen van de FLENDER TÜBINGEN GMBH worden gemonteerd.
Voorzichtig.
Reinig de aandrijving niet met een hogedrukreiniger.
Gebruik geen scherp gereedschap.
Opmerking.
Houd de aandrijving vrij van vuil en stof etc, om een voldoende afvoer van warmte
te waarborgen.
Voorzichtig.
Al naar gelang de operationele omstandigheden met bepaalde tussenpozen
controleren of de aansluitruimte en klemmen schoon zijn
en controleren of de elektrische aansluitingen goed vastzitten,
de koelluchtwegen schoonmaken.
Bescherm de aanzuigopeningen en de koelvlakken tegen verstopping en
verontreiniging.
BA 2310 NL 05.04
25 / 54