9.
Storingen, oorzaken en verhelpen
Lager
g
is te
warm
warm
Geluiden van
Motor
komt
komt
niet
op
toeren
toeren
Motor
is te
is te
warm
Tabel 9.: Storingen, oorzaken en verhelpen
Schakel de klantenservice van FLENDER
correctiemaatregelen niet voldoenmde zijn of niet kunnen worden uitgevoerd.
Opmerking.
Tijdens de garantieperiode optredende storingen waarvoor een reparatie van de
aandrijving noodzakelijk is, mogen alleen door de klantenservice van FLENDER
TÜBINGEN GMBH worden verholpen. Wij raden onze klanten aan om ook na het
verstrijken van de garantieperiode bij optredende storingen waarvan de oorzaken niet
duidelijk kunnen worden bepaald, contact op te nemen met onze klantenservice.
Mocht u hiervoor de hulp van onze klantenservice nodig hebben, verzoeken wij de
volgende gegevens te verstrekken:
- gegevens van het typeplaatje
- soort en omvang van de storing
- mogelijk oorzaak.
Storingen
Motor
loopt
onrustig
lager
Motor
loopt
onrustig
Motor
loopt
loopt
onrustig
Sterke
afname
afname
van
toerental
Bescher-
mings-
apparaat
wordt
wordt
actief
Bescher-
mings-
apparaat
apparaat
wordt
actief
BA 2310 NL 05.04
Oorzaken
te veel vet in het lager
lager vervuild
te hoge snaarspanning
koppelingskrachten trekken
of drukken
koelmiddeltemperatuur
boven 40 °C
lagervet donker gekleurd
te weinig vet in het lager
motoropstelling verkeerd
standgroeven op
binnenzijde van lager bijv.
door motorstart met
geblokkeerd lager
onbalans door riemschijf of
koppeling
machinebevestiging niet
stabiel genoeg
contrmoment te hoog
netspanning te laag
fase-onderbreking
foutieve schakeling
overlast
te hoge schakelfrekwentie
ventilatie onvoldoende
koelluchtwegen vuil
kortsluiting wikkeling en
klemmen
starttijd overschreden
TÜBINGEN
GMBH, indien de beschreven
24 / 54
Verhelpen
overtollig vet verwijderen.
lager vervangen.
snaarspanning
verminderen.
Motor precies afstellen,
koppeling corrigieren.
koellucht juist tempereren.
op lagerstromen
controleren.
conform voorschrift smeren.
motorbouwvorm
controleren.
lager vervangen, schokken
bij stilstand vermijden.
precies uitbalanceren.
bevestiging controleren.
motor- en lastmoment
controleren.
omstandigheden van net
controleren.
aansluitnet controleren.
schakelscheme en
typeplaatje in acht nemen.
gegevens op tyeplaatje
vergelijken.
referentiebedrijfstype in acht
nemen
koelluchtwegen controleren,
draairichting controleren.
schoonmaken.
isolatieweerstand meten.
startomstandigheden
controleren.