Relaiskaart B
Gebeurtenis
Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 0
Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 1
Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 2
Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 3
Reset - Stroomstoring
Reset - Sabotage lezerlus
Reset - Zekeringalarm
Reset - CRC
Als u een uitgang instelt zoals beschreven in het deel "Algemene I/O", gelden dezelfde waarden in de modus "Vooraf
gedefinieerd". Als bijvoorbeeld uitgang 1 van kaart A is ingesteld op een pulstijd van 5 seconden, wordt deze uitgang 5
seconden actief als bij lezer 0 een overvalalarm optreedt.
Uitgangen opnieuw instellen
1.
Stel in de actielijst die voor de hoofdlezer is geselecteerd voor de gebeurtenis Ingang, geactiveerd (alarm) in dat
deze naar het alarmlog moet worden gestuurd volgens het schema Altijd (of een ander geldig schema).
2.
Als een ingang wordt geactiveerd, wordt deze gebeurtenis naar het alarmlog gestuurd; u kunt dit zien als u het
opent.
3.
Als u het alarmlog opent, verschijnt een nieuw bestandsmenu: ALARM
4.
Selecteer in dit menu Alarmuitgangen resetten: alle uitgangen die rechtstreeks zijn geactiveerd door een
gebeurtenis worden nu opnieuw ingesteld.
5.
Als u Alle alarmen wissen selecteert, wordt het alarmlog volledig gewist.
Alarmzones
Met de Aritech-toegangscontrolesoftware kan het inschakelen en uitschakelen van alarmzones worden gestuurd via een
geldige transactie (kaart, code of beide - afhankelijk van de lezerinstelling) bij de opgegeven lezer.
Als een dergelijke gebeurtenis optreedt, wordt een relais op een relaisuitbreidingskaart (kaart A of B) geactiveerd en
blijft dit relais actief tot een voorgeprogrammeerde tijd verstreken is of tot handmatige inschakeling wordt uitgevoerd bij
een lezer.
Selecteer in het systeemoverzicht de lezer waarvoor u de alarmzones wilt instellen:
Aritech Access Control Software Installatiehandleiding
Ingang
1
2
3
4
5
6
7
8
Installatiehandleiding • • • • 69