Werken met relaiskaarten
Inleiding
U kunt 2 relaiskaarten aansluiten op elke controller (zie de installatie- en hardwarehandleidingen): relaiskaart A en B.
Elke relaiskaart heeft 8 ingangen en 8 uitgangen, die kunnen worden gebruikt voor verschillende doeleinden.
Mogelijke uitbreidingen
Open de HOOFDLEZER (de lezer met adres 0) voor de betreffende controller. In het algemene venster ziet u nu een
object met de naam "Werkingsmodus" (deze modus is alleen beschikbaar bij de instellingen voor de hoofdlezer).
Als u één van de relaiskaarten selecteert, kunt u kiezen uit vier mogelijke modi voor de relaiskaart:
1.
Alarmzones - standaardinstelling voor uitbreidingskaarten A en B
2.
Deurcontrole
3.
Algemene I/O
4.
Vooraf gedefinieerde uitgangen
"Alarmzones" is de standaardinstelling voor de relaiskaarten.
Opmerking: bij het programmeren van de alarmzones mag de instelling voor de werkingsmodus in de
instellingen van de hoofdlezer niet worden gewijzigd.
De specificatie van de ingangen en uitgangen voor uitbreidingskaarten die zijn aangesloten op een 1-deurscontroller is
als volgt:
62 • • • • Werken met relaiskaarten
Aritech Access Control Software Installatiehandleiding