4.3.
Montageprocedure
4.3.1 Montage achterste bevestiging
Las de achterste bevestiging aan de pilaster vast of gebruik
hiervoor geschikte pluggen (Fig. 5) met de maten die in tabel
2 staan en controleer of de bevestiging perfect horizontaal zit.
Ü De achterste bevestiging mag nooit worden
doorgesneden en moet met de bevestigingspunten aan
de pilaster omlaag gericht zijn.
4.3.2 Montage aandrijving - achterste bevestiging
Maak de aandrijving vast aan de achterste bevestiging met
de moer en het sluitringetje (Fig. 6). De afgeronde kant van de
spil dient op de juiste manier in de opening in de achterste
bevestiging te worden gestoken (opening bepaald in tabel 2).
4.3.3 De aandrijvingen assembleren
· Controleren of de spil (Fig. 7 Ref.
van de aandrijving zit; als dit niet zo is, de ontgrendelsleutel
(Fig. 7) helemaal naar rechts draaien.
· Draai de ontgrendelsleutel 6-7 slagen met de klok mee,
zoals aangegeven op Fig. 7.
Fig. 5
Fig. 6
) helemaal in de voorkant
4.3.4 De bus monteren in de voorste bevestiging
De bus (Fig. 7 Ref.
) in de voorste bevestiging (Fig. 7 Ref.
steken. Het stopmechanisme op de bus moet samenvallen
met de groef in de spil van de aandrijving. De spil (Fig. 7 Ref.
in de bus steken.
4.3.5 De voorste spil opnieuw plaatsen
· De ontgrendelsleutel helemaal naar rechts draaien.
· Draai de ontgrendelsleutel 3 slagen tegen de klok in.
4.3.6 Plaatsing voorste bevestiging
• Breng de vleugel in gesloten positie.
• De bevestiging tegen de vleugel houden en de
bevestigingspunten aanduiden. De aandrijving en de
bevestiging moeten perfect horizontaal zitten (Fig. 8).
29
)
)
Fig. 7
Fig. 8