omgevingslucht. Alleen als er sterk stralende objecten met een veel lagere
temperatuur (bijv. wolkenloze hemel bij opnames buiten) of met veel hogere
temperatuur (bijv. ovens of machines) in de buurt van het meetobject zijn, moet
de stralingstemperatuur van deze bronnen vastgesteld en gebruikt worden. De
gereflecteerde temperatuur heeft slechts geringe uitwerkingen op objecten met
hoge emissiegraden.
@ Meer informatie vindt u in de Pocket Guide.
9.6.1
Emissiegraad selecteren
1
- Functie
2
Joystick
-
vast ingestelde emissiegraad) te selecteren.
3
-
Emissiegraad
selecteren.
omhoog / omlaag bewegen om het gewenste materiaal (met
9 Meting uitvoeren
33