17. KOPLAMPEN AFSTELLEN
Verwijder
de vier schroeven en neem
de
sierplaat
van
de koplamp af.
De
stand
van
de
koplamp
kan nu
worden ingesteld door
middel
van
de stelschroeven.
18.
WERKING INSTRUMENTEN
EN
VERLICHTI
NG CONTROLEREN
19.
ACCU CONTROLEREN
Controleer het peil
van de
vloeistof; dit
moet
ca.
5 mm
boven
de platen
reiken.
Bijvuf
f
en met gedestilleerd
water.
Let er op of de polen en de
poolklem-
men goed schoon
en ingevet zijn.
Rei-
nig zonodig ook de bovenzijde van
de
accu.
Vet de poolklemmen eventueel in
met
zu
u
rvrije
vaseline.
20. WATER UIT LUCHTDRUKSYSTEEM
AFBLAZEN.
Controleer de automatisch
werkende
afblaaskleppen door met gevulde
ke-
tels een
keer
flink
op de rem te
trap-
pen. Het
ventiel blaast nu hoorbaar
af.
35