3.
KOPPELING
Toegepast
is
een
enkelvoudige
droge
plaatkoppeling.
De
bediening
van de
koppeling vindt
langs
hydraulische weg
plaats.
Het
druklager
is
voor zijn
levensduur
voor-
zien
van
smeermiddel.
4. VERSNELLINGSBAK
De
S
5-2413
versnelf
ingsbak is
een gesyn-
chroniseerde versnellingsbak
waarvan
de
tandwielen
continu in aangrijping zijn.
De
tandwielen zijn
voorzien
van schuine
ver-
tanding
om een
geruisarme
loop te verkrij-
gen.
Deze
versnellingsbak
wordt
geschakeld
met behulp
van
afstandsbediening.
5.
ELECTRISCHE INSTALLATIE
De
F
500
en
F
700
series
zijn uitgerust
met
een
12Volt
ef
ectrische installatie.
Als
standaard
uitvoering wordt een 55
A
wisselstroom dynamo toegepast.
6.
REMSYSTEEM
Algemeen
Het remsysteem is van het hydraulische
type, luchtdruk bediend. Men kan hierin
onderscheiden:
een bedrijfsrem, welke
2
kringen heeft en een parkeerrem
d.m.v.
veerremmen.
Op het instrumentenpaneel is een
lucht-
drukmeter aangebracht, welke
een indica-
tie geeft
van
de
luchtdruk in het
hogedruk
gedeelte.
Bedrijfsrem
De bedrijfsrem
of
voetrem bestaat
uit
twee
gescheiden hydraulische
kringen
welke door twee eveneens
gescheiden
luchtkringen bediend worden. De
aange-
wende luchtdruk bedraagt max. 7,5
bar
overdruk,
terwijl de
maximale
door
de
compressor
geleverde overdruk c.a.
1l
bar
is.
De
vooras
is op kring I en
de
achteras
op kring Il aangesloten
terwijt
een
contro-
lelamp
op het
instrumentenpaneel
een
eventuele kringuitval signaleert.
Boven-
dien gaat een controlelamp
branden
als
de slag
van
de
Iuchthydraulische cilinders
of
van de
veerremcilinders
te groot wordt
door
te grote voeringslijtage.
Voordat
het
zover is,
zorgt echter
de auto-
matische nastelling
in
de
wielremcilin-
ders dat
de
slag
van
de
f
uchthydraulische
cilinders
of
van
de
veerremcif
inders
bin-
nen bepaalde grenzen
blijft.
Noodrem
De
bedrijfsrem neemt
in
voorkomende
ge-
vallen
ook de taak van de noodrem
waar,
zodat
geen
aparte
installatie
hiervoor
aan-
wezig
is.
Parkeerrem
Door
de
hef
boom van
de
klep,
aange-
bracht op de motorkap, achterwaarts
te
bewegen,
wordt de
parkeerrem in
werking
gesteld
d.m.v.
veerremcilinders
op
de ach-
teras.
In de
uiterste stand staat de hefboom
ge-
blokkeerd.
M
its
het
contact
aanstaat,
brandt
nu
op het instrumentenpaneel
een
controlelamp met de afbeefding van
een
handrem.
Indien geen
-
of
onvoldoende
-
luchtdruk
in de veerremkring aanwezig is, staat
het
voertuig geremd. Lossen met
de
parkeer-
remklep
is dan onmogelijk. Dit is slechts
mogelijk door
de
motor zolang
te
laten
draaien
totdat
voldoende
druk
is
opge-
25