5 LUCHTTOEVOER EN ROOKGASAFVOER
LET OP!
Voordat de rookgasafvoer wordt aangesloten dient
men ervan overtuigd te zijn dat de rookgas-adapter,
welke los in de ketel wordt meegeleverd, op de
juiste manier geplaatst is (zie figuur 19).
5.1 Opstellingsmogelijkheden
De opstellingsmogelijkheden voor gesloten toestellen zijn
weergegeven in figuur 5 (uitvoering A, C, D en E) en in detail
uitgewerkt in de figuur 6 t/m 8. Bij uitvoering A liggen toe-
en afvoer in hetzelfde drukvlak en is een uitmonding boven
de nok niet toegestaan.
Onder de nok blijven in zelfde drukvlak!
Boven de nok NIET toegestaan!
Figuur 5
8
Verticale dakdoorvoer (C/E).
Figuur 6
5.2 Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6)
De luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer worden voor
meerdere toestellen gecombineerd. Deze gecombineerde
systemen worden aangeduid als CLV-systemen [combinatie
van luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer-systemen (zie
figuur 8)].