Bedieningsinstructies
12.3 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 160.3 – GS 250.3 en voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3
12.3.1 Wormwielkast
12.3.2 Eéntraps voorschakelkast GZ 160.3 – GZ 250.3 (overzetverhoudingen 4:1 en 8:1)
.
.
Bij wormwielkasten met aandrijving: aandrijving demonteren.
Wormwielkast van de afsluiter demonteren:
Gedurende deze tijd moet de afsluiter/leiding drukloos zijn!
Zie onderdelenlijst GS 160.3 – GS 250.3, bladzijde 26.
Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
Gereedschap: spanbussleutel, kan bij AUMA worden betrokken.
.
Positie van de wormwielkast aan de afsluiter markeren, verbindingsbouten
.
afsluiter losdraaien en de wormwielkast demonteren.
Bevestigingsbouten met veerringen van het deksel (518.0) verwijderen en
.
deksel wegnemen.
Bouten met veerringen uit het lagerdeksel (522.0) verwijderen. Spanbus
(537.0), na het losdraaien van het draadeind, uitdraaien. Beschermkap
(536.0) demonteren, seegerring van eindmoer (526.0) aftrekken. Eindaan-
slag (523.0) demonteren. Wormwiel voorzichtig uit de behuizing tillen.
Daarvoor moet de wormas uit de lagering worden getrokken en een
beetje scheef in het wormkanaal worden gelegd.
.
Wormas uit de behuizing in de richting behuizingsingang trekken.
Oud vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de
wormwielruimte schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk
.
schoonmaakmiddel worden gebruikt.
Contactvlakken van de behuizing en van het deksel (518.0) schoonmaken.
.
O-ringen van het wormwiel (010, 011) door nieuwe O-ringen vervangen.
Wormwiel voorzichtig weer terugplaatsen en de wormas correct positio-
neren. Spanbus (537.0) indraaien en met het draadeind borgen. Lager-
.
deksel (522.0) met bouten en veerringen aan de behuizing bevestigen.
.
Vullen met nieuw vet.
Deksel (518.0) op de behuizing plaatsen, daarbij op de correcte positie van
de O-ringen (010, 011) op het wormwiel letten. Bouten met veerringen
indraaien en gelijkmatig kruisgewijs vastdraaien.
– Contactvlakken op de aansluitflens de opbouwflens en van de afsluiter
zorgvuldig vetvrij maken.
– Vertanding op de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet.
– Wormwielkast op afsluiter monteren, daarbij op juiste positie letten, zie
markering.
– Bevestigen met bouten (tenminste kwaliteit 8.8) en veerringen;
.
kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien.
Wormwielkast zonder voorschakelkast: verder met hoofdstuk „Na het onder-
.
houd".
Wormwielkast met voorschakelkast GZ 160.3 – GZ 250.3: het vervangen
van vet van de voorschakelkast volgens de volgende hoofdstukken
uitvoeren.
Zie onderdelenlijst GZ 160.3 – GZ 250.3, bladzijde 28.
Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
.
Bouten met veerringen uit deksel (002.0) verwijderen en deksel (002.0) met
.
de ingaande as (003.3) en satellietwiel van het planetair stelsel lostrekken.
.
Bouten uit satellietwiel verwijderen en van ingaande as scheiden.
Het oude vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en
.
de delen schoonmaken.
Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden
.
gebruikt.
Contactvlakken aan de behuizing (001.0), het deksel (002.0) en satellietwiel
schoonmaken. O-ringen door nieuwe O-ringen vervangen.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
21