Bedieningsinstructies
Eindstand OPEN instellen
Afschakeling in de eindstand
OPEN
Eindstand DICHT instellen
.
.
Alle bouten (03) aan de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 6, 7).
Aandrijving naar handmatige bediening omschakelen en met het handwiel
.
de afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
Indien de eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze tegen de wijzers van
.
de klok in (linksom) tot de aanslag draaien.
Eindaanslag (10) ½ slag met de wijzers van de klok mee (rechtsom) terug-
draaien. Daardoor wordt gewaarborgd, dat de mechanische eindaanslag
.
niet vastloopt tijdens elektrisch bedrijf.
Indien de bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroef-
draad in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en
.
in de gewenste stand terugplaatsen.
.
Bouten (03) samen met veerringen (04) indraaien.
Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment
.
volgens tabel 2 aandraaien.
Indien de stand van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het
symbool OPEN overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechani-
sche standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel
mechanische standaanwijzing tot OPEN-symbool en draai de bouten weer
vast.
.
Breng de afsluiter een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkom-
.
stig de waarde van de naloop.
Stel het wegschakelmechanisme in aan de hand van de bedieningsinstruc-
ties SA/SAR
Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in
de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld.
.
Wormwielkast tot aan de eindaanslag in de eindstand DICHT brengen.
Gebruik de handbediening voor het laatste gedeelte van de
stelweg.
.
Breng de afsluiter door middel van de handbediening een stukje terug vanuit
de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Handel als
volgt:
Bij direct gemonteerde aandrijving:
ongeveer 4 tot 6 omwentelingen aan het handwiel.
Bij gemonteerde voorschakelkast VZ/GZ:
ongeveer 10 tot 15 omwentelingen aan het handwiel, conform de reductie
van de voorschakelkast.
.
Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de
eindstand DICHT in conform de bedieningsinstructies SA/SAR.
Indien de hoekverdraaiing niet overeenstemt, zie hoofdstuk 10.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
15