Bedieningsinstructies
8.2
Wormwielkast op kogelkranen
Eindstand OPEN instellen
Eindstand DICHT instellen
9.
Instelling eindaanslagen bij een gemonteerde multi-turn aandrijving
9.1
Wormwielkast op vlinderkleppen
Eindstand DICHT instellen
Indien de eindaanslagen worden ingesteld, moet eerst de
eindstand OPEN worden ingesteld. Indien de exacte eind-
standpositie van de afsluiter niet aan een markering aan de as
van de afsluiter af te leiden is, dient de afsluiter te worden
.
uitgebouwd voordat men tot de instelling overgaat.
.
Alle bouten (03) van de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 4, 5).
.
Met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
Indien eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze tegen de wijzers van de
.
klok in (linksom) tot de aanslag draaien.
Indien bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad
in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de
.
gewenste positie terugplaatsen.
Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment
.
volgens tabel 2 vastdraaien.
Indien de positie van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het
symbool OPEN overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechani-
sche standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel
mechanische standaanwijzing tot OPEN-symbool en draai de bouten weer
vast.
Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in
de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld.
Indien de hoekverdraaiing niet overeeenkomt, zie hoofdstuk 10.
.
Als wormwielkast GS en multi-turn aandrijving samen met
een afsluiter worden uitgeleverd, zijn de eindaanslagen, het
wegschakelmechanisme en het draaimomentmechanisme
.
reeds ingesteld.
Indien het wegschakelmechanisme en het draaimoment-
mechanisme nog niet zijn ingesteld, dienen deze conform de
bedieningsinstructies SA/SAR en de specificaties van de
.
afsluiterfabrikant ingesteld te worden.
De afsluiterfabrikant bepaalt, of de afsluiter weg- of draaimo-
mentafhankelijk afgeschakeld dient te worden.
.
Naloop van de multi-turn aandrijving in beide richtingen vaststellen (de verstel-
.
ling van de afsluiter, nadat de motor is uitgeschakeld).
.
Alle bouten (03) de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 4 en 5).
Aandrijving naar handmatige bediening omschakelen en met het handwiel
.
de afsluiter in de eindstand DICHT brengen.
Indien eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze met de wijzers van de
.
klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag draaien.
Eindaanslag (10) ½ slag tegen de wijzers van de klok in (linksom) terug-
draaien. Daardoor wordt gewaarborgd, dat de mechanische eindaanslag bij
elektrisch bedrijf niet vastloopt en bij draaimoment-afhankelijk sluiten de
.
afsluiter daadwerkelijk kan sluiten.
Indien bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad
in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de
.
gewenste positie terugplaatsen.
.
Bouten (03) samen met veerringen (04) terugplaatsen.
Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment
.
volgens tabel 2 vastdraaien.
Indien de positie van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het
symbool DICHT overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechani-
sche standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel
mechanische standaanwijzing tot DICHT-symbool en draai de bouten weer
vast.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
13