Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
12.2 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 50.3 – GS 125.3 en voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3
12.2.1 Wormwielkast
12.2.2 Voorschakelkast
20
.
.
Bij wormwielkasten met aandrijving: aandrijving demonteren.
Wormwielkast van de afsluiter demonteren:
Gedurende deze tijd moet de afsluiter/leiding drukloos zijn!
Zie onderdelenlijst GS 50.3 – GS 125.3 bladzijde 24.
Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
.
Positie van de wormwielkast op de afsluiter markeren, verbindingsbouten
.
afsluiter losdraaien en de wormwielkast demonteren.
Bevestigingsbouten met veerringen van het deksel (518.0) verwijderen en
.
deksel wegnemen.
Bouten met veerringen uit het lagerdeksel (522.0) verwijderen. Wormwiel
voorzichtig uit de behuizing tillen. Daarvoor moet de wormas uit de lagering
.
worden getrokken en een beetje scheef in het wormkanaal worden gelegd.
Oud vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de
wormwielruimte schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk
.
schoonmaakmiddel worden gebruikt.
Contactvlakken van de behuizing en van het deksel (518.0) schoonmaken.
.
O-ringen van het wormwiel (010, 011) door nieuwe O-ringen vervangen.
Wormwiel voorzichtig weer terugplaatsen en de wormas correct positio-
neren, lagerdeksel (522.0) aan de behuizing met bouten en veerringen
.
monteren.
.
Vullen met nieuw vet.
Deksel (518.0) op de behuizing plaatsen, daarbij op de correcte positie van
de O-ringen (010, 011) op het wormwiel letten. Bouten met veerringen
indraaien en gelijkmatig kruisgewijs vastdraaien.
– Contactvlakken op de aansluitflens zorgvuldig vetvrij maken.
– Vertanding van de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet.
– Wormwielkast op afsluiter monteren, daarbij op juiste positie letten,
zie markering
– Bevestigen met bouten (tenminste kwaliteit 8.8) en veerringen;
.
kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien.
Wormwielkast zonder voorschakelkast: verder met hoofdstuk „Na het onder-
.
houd".
Wormwielkast met voorschakelkast VZ 2.3 – VZ 4.3: het vervangen van vet
van de voorschakelkast volgens het volgende hoofdstuk uitvoeren.
Zie onderdelenlijst VZ 2.3 – VZ 4.3, bladzijde 24.
Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
.
Bouten met veerringen uit deksel (020.0) verwijderen en deksel (020.0) met
.
de complete ingaande as planetair stelsel (021.0) wegnemen.
Satellietwiel van planetair stelsel (045.0) van planeetwieldrager (022.0) met
.
de planeetwielen wegnemen.
Het oude vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en
de delen schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoon-
.
maakmiddel worden gebruikt.
Contactvlakken aan de behuizing (019.0), het deksel (020.0) en satellietwiel
.
(045.0) schoonmaken. O-ringen door nieuwe O-ringen vervangen.
.
Planeetwieldrager (022.0) met planeetwielen terugplaatsen.
.
Vullen met nieuw vet.
Satellietwiel (045.0) en de ingaande as van planetair stelsel (021.0) compleet
monteren. Bouten met de veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs
.
met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien.
Verder met hoofdstuk bladzijde 22 „Na het onderhoud".
Bedieningsinstructies